Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 oktober 2016
- het proces-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 14 februari 2017 aan de zijde van [eiseres]
- het proces-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 11 juli 2017 aan de zijde van Albert Heijn
- de conclusie na getuigenverhoor van Albert Heijn d.d. 6 september 2017
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van [eiseres] d.d. 1 november 2017.
2.De verdere beoordeling
“(…) Ik keek in haar richting en zag haar als het ware uit beeld verdwijnen. (…) Ik zag mevrouw [eiseres] wegglijden en ben gelijk naar haar toegelopen. Toen ik bij haar was, stond ze alweer. Ze was vrij snel weer op de been. Ik vroeg haar wat er was gebeurd. Ze vertelde dat ze uitgleed, dat het leek of ze gelanceerd werd. Ze zei ook al meteen dat ze geloofde dat ze iets had gebroken. Ik vroeg haar waarover ze was uitgegleden. Dat wist ze niet. Ik keek naar de plek en zag dat er allerlei groenteresten en vocht op de grond lagen tussen de groenteopstelling en de kasten van de koeling. (…)
“Mevrouw[rb.: lees [eiseres]]
zag heel wit en ze ondersteunde haar arm. Ze had een van pijn vertrokken gezicht. Ik vroeg wat er gebeurd was en waar. Meneer [getuige2] vertelde dat mevrouw [eiseres] was gevallen. Ik liep nog even met meneer [getuige2] de winkel in. Hij wees de plek aan waar mevrouw [eiseres] ten val was gekomen. We stonden vlak achter de servicebalie en ik kon over die balie heen kijken het gangpad in. We waren voor alle duidelijkheid niet al via de toegangspoortjes in de winkel zelf. Ik zag in het gangpad op de vloer een natte plek. Ik zag een groene smurrie. Ik kon gelet op de afstand niet precies zien wat het was, maar het was wel iets groens en het was net of er iemand over iets groens was uitgegleden. (…)”.
€ 32,00