3.3.Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen.
Het door [verbalisant] , hoofdagent van Politie Eenheid Noord-Holland en [verbalisant] , hoofdagent van Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 mei 2016, dossierpagina’s 11 – 12, onder meer inhoudende:
Op zaterdag 21 mei 2016, om 19.11 uur kregen wij, verbalisanten de melding te gaan naar de Atletiekstraat ter hoogte van perceel 35 te Hoofddorp, alwaar een mogelijke poging ontvoering zou hebben plaatsgevonden. Een meisje van zeven jaar oud zou zijn vastgepakt door een man in een goudkleurige auto. (…)
Ik, verbalisant [verbalisant] , vroeg aan [slachtoffer] en [getuige] wat er gebeurd was. Ik hoorde [slachtoffer] verklaren:
“Ik was aan het spelen in de speeltuin ter hoogte van de Atletiekstraat 33 in Hoofddorp. Ik moest plassen en wilde naar mijn huis gaan. Ik woon op de [adres] . Ik liep op de stoep voor de Atletiekstraat 26. Ik zag dat daar een meneer stond. Hij ging voor me staan en zei: “Kom jij even mee?” De man had een donkere en zware stem. Ik zei: “Hoezo zou ik meegaan?” Ik zag en voelde dat de man mij met twee handen aan mijn armen vast pakte. Hij trok vervolgens mijn armen naar mijn rug. Dit deed pijn aan mijn schouders. Hierdoor ging mijn hoofd naar voren. Ik werd bang en ging trillen. Ik was bang dat hij mij mee zou nemen. Ik wilde dit niet. Ik trapte meteen keihard met mijn rechterbeen naar achter omdat de man op dit moment achter mij stond. Ik schopte tegen het kruis van de man en hoorde hem hard schreeuwen: “AU!” Hij liep hierna meteen naar zijn auto. Zijn auto stond geparkeerd voor de Atletiekstraat 23 met de voorkant van de auto richting de Atletiekstraat 23.”
Ik vroeg aan [slachtoffer] en [getuige] hoe de man eruit zag. Hierover konden zij het
volgende verklaren:
“De man zag eruit alsof hij niet in Nederland geboren was. Hij sprak wel Nederlands maar was licht getint. Hij had een kale plek boven op zijn hoofd. Aan de zijkant van zijn hoofd had hij donker haar. Hij had een soort donkere snor en een stoppelbaard. Hij had donkere, dikke wenkbrauwen. Hij had een bol gezicht met bolle wangen. Hij had een dikke neus die dicht bij de mond zat. Hij had bruine ogen en een wat dikkere buik. Hij was ongeveer 50 tot 55 jaar oud. Hij droeg lange mouwen. De kleur van zijn shirt was grijs, zwart of bruin. Hij had een zwarte broek en zwarte schoenen. (…).”
Ik vroeg aan [slachtoffer] en [getuige] of zij konden beschrijven hoe de auto waarin hij reed, eruit zag. Hierover konden zij het volgende verklaren:
“De auto was goudkleurig. Hij was niet heel groot. Ongeveer even groot als die geparkeerde auto daar.” Ik, verbalisant [verbalisant] , zag dat de meiden naar een Peugeot 307 wezen die verderop geparkeerd stond. “Er zat iets zwarts achterin de auto. Ook zat er een kras van ongeveer vijf centimeter bij de rechter koplamp en zat er waarschijnlijk een 3 en een 9 in het kenteken.” (…)
Ik vroeg aan [getuige] wat zij precies gezien had. Ik hoorde dat zij het volgende hierover kon verklaren:
“Ik zag dat [slachtoffer] bij haar arm gepakt werd door een man. Ik heb net gezegd hoe hij eruit zag en hoe zijn auto eruit zag.”
Het door [verbalisant] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2016, dossierpagina 16, onder meer inhoudende:
p. 16
(…) Er werd door diverse collega’s aangegeven over de portofoon dat ze aan [verdachte] dachten bij het horen van het signalement van de auto en de dader.
Hierop werd ik door de meldkamer gevraagd om een onderzoek in te stellen in de omgeving van de woning van de moeder van [verdachte] .
Ik ben daar naar toe gereden en trof op de hoek van de Blauwe Beugelstraat en de Regenboogstraat de goudkleurige Fiat Punto met kenteken [kenteken] aan. Hierop heb ik gevoeld aan de motorkap en de banden van de auto. De banden en de motorkap voelden warm aan, alsof de auto net nog gereden had. (…)
Kort daarop ging de voordeur van de woning open en zag ik dat een persoon die ik herkende als zijnde [verdachte] , voor onze dienstauto langs liep in de richting van de genoemde Fiat Punto.
Ik zag dat [verdachte] gekleed was in een zwart vest, een zwarte joggingbroek, zwarte sportschoenen en onder zijn vest een donkerkleurige trui of T-shirt. Ik zag ook dat hij bovenop zijn hoofd dun bedekt donker haar heeft en aan de zijkanten wat dikker bedekt haar. Ik zag dat hij in de genoemde Fiat Punto stapte.
Het door [verbalisant] , Senior Tactische Opsporing bij Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal vergelijking ring d.d. 23 mei 2016, dossierpagina 88, onder meer inhoudende:
[vader van slachtoffer] vertelde aan mij dat [slachtoffer] in de nacht van 21 op 22 mei 2016 moeilijk kon slapen en bij hem in bed had geslapen. [slachtoffer] begon uit zichzelf te praten tegen [vader van slachtoffer] over de man die haar mee wilde nemen, zij vertelde: “
De man heeft mij van mijn fiets afgetrokken en pakte daarna mijn armen vast en draaide die op mijn rug. De man had een ring om. Het wat een soort zegelring. Zilver met zwart en het leek alsof er botjes in zaten”.
Op 22 mei 2016 omstreeks 11.00 uur had ik de fouilleringszak van verdachte, [verdachte] onderzocht en zag dat er een opvallende ring in zat. De betreffende ring heb ik op 22 mei 2016 omstreeks 11.00 uur in beslag genomen omdat in het PV bevindingen (
…) stond beschreven dat het slachtoffer had verklaard dat de dader een soort van ring om had. De beschrijving van de ring die werd gegeven door het slachtoffer: “
zegelring, zwart met zilver met botjes” komt mijn inziens in grote mate overeen met het uiterlijk van de ring die verdachte in zijn bezit had tijdens zijn aanhouding.
Het door [verbalisant] , Senior Tactische Opsporing bij Politie Eenheid Noord-Holland, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal personenauto verdachte d.d. 23 mei 2016, dossierpagina 92, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op zaterdag 21 mei 2016 omstreeks 19.54 uur werd [verdachte] aangehouden als verdachte. Op zondag 22 mei 2016 werd de forensische opsporing Noord Holland opdracht gegeven de personenauto die toebehoort aan verdachte fotografisch vast te leggen. Het beeldmateriaal werd opgeslagen. Op de foto afdrukken van de auto is te zien dat er ter hoogte van de rechter koplamp een kras zit, overeenkomstig met hetgeen getuige verklaarde. Daarnaast is uit analyse van de foto afdrukken gebleken dat de achterramen van voornoemde personenauto zijn voorzien van een donkerkleurige blendering.
Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 4 juli 2016, dossierpagina’s 35 en 45, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende als de verklaring van [slachtoffer] :
p. 35
Maar je had je fiets, je zat op de fiets. Hoe deed die meneer dat dan?
Ik zat op de fiets en toen was ik er dus bijna, dus toen stapte ik al af, want dat durf ik niet zo snel door die paaltjes, dus dan stap ik af bij de paaltjes.
Ja
(…) en toen pakte hij dus mijn handen. (…)
Toen vroeg hij… meisje, wil je alsjeblieft even meekomen?