ECLI:NL:RBNHO:2018:2688

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 maart 2018
Publicatiedatum
30 maart 2018
Zaaknummer
6432801 CV EXPL 17-5830
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • T.M. van Wassenaer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van parkeerkosten en buitengerechtelijke kosten na tekortkoming in parkeerovereenkomst

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Q-Park Operations Netherlands II B.V. (hierna: Q-Park) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering betreft een bedrag van € 379,50, bestaande uit € 330,00 aan hoofdsom en € 49,50 aan buitengerechtelijke kosten. Q-Park stelt dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van een parkeerovereenkomst door zich schuldig te maken aan 'treintje rijden', wat inhoudt dat hij de parkeergarage zonder te betalen heeft verlaten. De gedaagde betwist deze vordering en stelt dat hij niet zonder betaling de parkeergarage heeft verlaten, en dat zijn school voor hem betaalt. Hij heeft geen bewijsstukken, zoals bonnetjes, om zijn betalingen aan te tonen.

De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park beoordeeld en vastgesteld dat uit beeldmateriaal blijkt dat de gedaagde dicht op zijn voorganger heeft gereden, waardoor de slagboom niet de kans kreeg om te sluiten. Dit wordt gekwalificeerd als 'treintje rijden'. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Q-Park toewijsbaar is, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat deze voldoen aan de wettelijke eisen. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde, die in het ongelijk is gesteld.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter T.M. van Wassenaer en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 6432801 \ CV EXPL 17-5830
Uitspraakdatum: 15 maart 2018
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Q-Park Operations Netherlands II B.V.
gevestigd te Maastricht
eiseres
verder te noemen: Q-Park
gemachtigde: mr. C.F.M.P. Spreksel
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederende in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Q-Park heeft bij dagvaarding van 26 oktober 2017 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Q-Park heeft hierop schriftelijk gereageerd. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] niet meer gereageerd.

2.De vordering

2.1.
Q-Park vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 379,50, vermeerderd rente en proceskosten. Het gaat daarbij om een bedrag van € 330,00 in hoofdsom en een bedrag van € 49,50 aan buitengerechtelijke kosten. Q-Park legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten (parkeer-)overeenkomst, doordat [gedaagde] zich schuldig heeft gemaakt aan ‘treintje rijden’ en de parkeergarage zonder te betalen heeft verlaten.
2.2.
[gedaagde] is volgens Q-Park op grond van de Algemene Voorwaarden Parkeren een bedrag van € 30,00 aan tarief verloren kaart en een (aanvullende) schadevergoeding van € 300,00.

3.Het verweer

3.1.
[gedaagde] betwist de vordering. [gedaagde] voert aan – samengevat – dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan ’treintje rijden‘ en dat hij niet zonder te betalen de parkeergarage is uitgereden. Volgens [gedaagde] is dit ook niet logisch, want zijn school betaalt voor hem. Soms staat de slagboom gewoon open. [gedaagde] betaalt met een bankpas of contant, maar hij heeft daar geen bonnetjes van. Volgens [gedaagde] bedraagt het tarief voor een verloren kaart € 10,00 en geen € 30,00, zoals in de dagvaarding wordt gevorderd. Het verweer van [gedaagde] is daartoe beperkt gebleven, omdat hij niet heeft gereageerd op de conclusie van repliek.

4.De beoordeling

4.1.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] heeft Q-Park de vordering verder onderbouwd. Daarbij is Q-Park ook ingegaan op het verweer van [gedaagde]. Uit beeldmateriaal is gebleken dat de slagboom op de pleegdatum en tijdstip niet open stond, maar dat [gedaagde] zeer dicht op zijn voorganger rijdt waardoor de slagboom geen kans krijgt om te sluiten. Dit is een schoolvoorbeeld van treintje rijden. Het dagtarief van de parkeeraccommodatie Amsterdam-Centrum Oost is € 10,00, maar het tarief van een verloren kaart bedraagt - zoals ook aangegeven op het welkomstbord - drie maal het dagtarief.
4.2.
Nu uit die onderbouwing blijkt hoe de vordering van Q-Park is opgebouwd en [gedaagde] daarop niet meer heeft gereageerd en daar dus ook geen bezwaren tegen heeft aangevoerd, zal de kantonrechter de vordering van Q-Park toewijzen. Dit geldt ook voor de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, nu deze voldoen aan de eisen die de wet daaraan stelt.
4.3.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Q-Park van € 379,50 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 330,00 vanaf 9 december 2016 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Q-Park tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 83,51
griffierecht € 117,00
salaris gemachtigde € 120,00;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. van Wassenaer en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter