Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
€ 1.309,75, en veroordeelt in de proceskosten.
De bewindvoerder voert, zakelijk samengevat, tot verweer aan dat hij geen medewerking heeft verleend aan de door [rechthebbende] gesloten overeenkomst c.q. de nakoming van de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting. Op grond van artikel 1:440 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de schuld die voortvloeit uit de overeenkomst die [rechthebbende] met Tui is aangegaan niet op de onder bewind staande goederen worden verhaald indien Tui het bewind kende of behoorde te kennen. Het bewind is bekend gemaakt in het Centraal Curatele- en Bewindregister voordat de overeenkomst tussen Tui en [rechthebbende] is gesloten. Tui behoorde daarom het bewind te kennen. De vordering van Tui moet dan ook worden afgewezen.