ECLI:NL:RBNHO:2018:3067
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen DNA-afname na omzetting van boete in taakstraf
Op 1 maart 2018 is een bezwaarschrift ingediend door de veroordeelde tegen de afname en verwerking van haar DNA-profiel. Dit volgde op een bevel van de officier van justitie op 16 januari 2018, waarbij op 27 februari 2018 celmateriaal is afgenomen. De veroordeelde had aanvankelijk een boete opgelegd gekregen, maar na te hebben verklaard deze niet te kunnen betalen, stemde zij in met een taakstraf. Tijdens de zitting verklaarde de veroordeelde dat de officier van justitie haar had meegedeeld dat DNA-afname niet nodig was, gezien de aard van de overtreding. De officier van justitie bevestigde deze toezegging en verzocht de rechtbank het bezwaarschrift gegrond te verklaren.
De rechtbank oordeelde dat het bevel tot DNA-afname niet in overeenstemming was met de toezegging van de officier van justitie. De rechtbank stelde vast dat de veroordeelde had mogen vertrouwen op deze toezegging en dat de afname van DNA in dit geval niet proportioneel was. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en beval de officier van justitie om het celmateriaal van de veroordeelde te vernietigen. Deze beslissing werd genomen in het kader van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, waarbij de rechtbank rekening hield met de financiële situatie van de veroordeelde en de aard van de straf.