ECLI:NL:RBNHO:2018:3090
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlaging van Wajong-uitkering naar 70% en beoordeling van arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde M.B. Gooijer, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. L. Ritsma. De zaak betreft de verlaging van de Wajong-uitkering van de eiser, die sinds zijn 18e jaar een uitkering ontvangt. De verlaging naar 70% van het minimumloon ging in per 1 januari 2018, na een herbeoordeling van het arbeidsvermogen van de eiser. Eiser heeft tegen het besluit van de verweerder beroep ingesteld, nadat zijn bezwaar ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser, ondanks zijn psychische problematiek en astma, in staat is om werkzaamheden te verrichten, zij het met beperkingen. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige rapportages beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de conclusies van de verweerder onjuist zijn. De rechtbank heeft overwogen dat de eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor het behoud van de uitkering van 75% van het minimumloon, omdat hij in staat is om arbeid te verrichten, zij het in beperkte mate. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van het arbeidsvermogen en de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie, waarbij de rechtbank de SMBA-systematiek als ondersteunend systeem aanvaardbaar achtte. De rechtbank heeft de beslissing van de verweerder bevestigd en de verlaging van de uitkering naar 70% van het minimumloon gerechtvaardigd geacht.