Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 februari 2017, met producties 1 tot en met 20;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 4;
- het tussenvonnis van 21 juni 2017;
- productie 5 van Reaal;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 december 2017;
- de brief van 30 januari 2018 van De Witte Wieven, met bijlage 3 (tevens kleurenkopie);
- de akte van 14 februari 2018, met productie 21, van De Witte Wieven;
- het faxbericht van 13 februari 2018 van Reaal.
2.De feiten
Beide bewaarplaatsen moeten vloeistof- en dampdicht van elkaar zijn gescheiden.
Beide bewaarplaatsen moeten zijn voorzien van een vloeistofdichte vloer met rondom opstaande randen die een vloeistofdichte bak vormen die de gehele opgeslagen voorraad vloeistoffen kunnen bevatten. De vloeistofdichte bakken moeten bestand zijn tegen de inwerking van chloorbleekloog en zoutzuur.”
- De kosten van sanering van de verzekerde locatie en de locatie van derden;
- Schade en kosten die het gevolg zijn van de sanering;
- Zaakschade die het gevolg is van de verontreiniging;
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat Reaal jegens De Witte Wieven toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens De Witte Wieven uit de tussen De Witte Wieven en Reaal gesloten milieuschadeverzekeringsovereenkomst door geen dekking te verlenen voor de schade en kosten die samenhangen met het schadeveroorzakende incident van 15 april 2014, te vermeerderen met de wettelijke rente over het te bepalen bedrag, te rekenen vanaf de dag dat de kosten zijn gemaakt tot en met de datum waarop deze kosten door Reaal worden vergoed;
- te bepalen dat de schade van De Witte Wieven zal worden opgemaakt bij staat en zal worden vereffend volgens de wet, een en ander met inbegrip van de deskundigenkosten, de kosten van de sanering en nog nader te bepalen buitengerechtelijke kosten;
- een en ander met veroordeling van Reaal in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)