ECLI:NL:RBNHO:2018:32
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning en omgangsregeling in familiezaken na mediation
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 3 januari 2018 uitspraak gedaan in een familiekwestie waarbij de erkenning van een minderjarige door een derde partij, [belanghebbende], werd vernietigd. De man, de biologische vader van de minderjarige, had verzocht om de erkenning te laten vernietigen en om vervangende toestemming voor zijn eigen erkenning. Partijen, de man en de moeder, hadden in mediation overeenstemming bereikt over de vernietiging van de erkenning en de omgangsregeling. De rechtbank oordeelde dat de vernietiging van de erkenning niet ter vrije bepaling van partijen staat, maar dat de bijzondere curator, die de minderjarige vertegenwoordigde, een verzoek tot vernietiging indiende. De rechtbank concludeerde dat de erkenning door [belanghebbende] niet de biologische vader was en dat de man recht had op erkenning. De rechtbank heeft het verzoek van de bijzondere curator om de erkenning te vernietigen toegewezen, en de afspraken die partijen in de mediation hadden gemaakt, werden in de beschikking vastgelegd. De rechtbank benadrukte het belang van de juridische erkenning van de biologische vader voor de minderjarige en de noodzaak van een goede omgangsregeling. De rechtbank heeft de omgangsregeling en informatieplicht zoals overeengekomen in de vaststellingsovereenkomst aan de beschikking gehecht en verklaarde deze uitvoerbaar bij voorraad.