Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[A.],
1.De procedure
- de dagvaarding, met bijlagen;
- de brieven van de advocaat van [gedaagde] van 25 april 2018, met bijlagen;
- de mondelinge behandeling van 26 april 2018, waarbij [eiseres] met mr. Smit en mr. Oosterhagen aanwezig waren;
- de pleitnota van mr. Oosterhagen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Spoedeisend belang?
beïnvloedenvan [A.], die door de bewindvoerder en de ter zitting aanwezige familie wordt omschreven als een vrouw met een gebrekkige eigen wilsvorming, hetgeen impliceert: dito grote beïnvloedbaarheid.
kunnenreizen. Het betreft gevolgen van de beroerte die zij in 2013 heeft gehad. Die hebben er ook niet aan in de weg gestaan dat zij naar [land] is gereisd.
te laten terugkeren in haar woning aan de [adres]. Gegeven de verdere inhoud van de dagvaarding is duidelijk welk resultaat met die vordering wordt beoogd: de terugkeer van [A.] in haar woning aan de [adres]. [gedaagde] heeft het daarvoor nodige traject enkele maanden geleden met haar in omgekeerde richting afgelegd. Het moet hem, de vordering lezende, dan ook als geen ander duidelijk zijn geweest wat er aan bemoeienis nodig is om dit resultaat te bewerkstelligen: begeleiding van moeder door een persoon in wie moeder vertrouwen heeft. De meest voor de hand liggende begeleider is [gedaagde] zelf. Aldus bezien moet begeleiding door [gedaagde] in de vordering besloten worden geacht.