ECLI:NL:RBNHO:2018:3989

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
14 mei 2018
Zaaknummer
6388999 \ CV EXPL 17-9230
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatievordering passagiers Ryanair wegens vluchtvertraging

In deze zaak hebben de passagiers, die met Ryanair een vervoersovereenkomst hebben gesloten voor een vlucht van Amsterdam naar Dublin op 10 juni 2016, compensatie gevorderd wegens een vertraging van meer dan drie uur. De passagiers hebben hun vordering gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. Ryanair heeft geweigerd tot betaling over te gaan, wat heeft geleid tot deze procedure.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er eerder een beschikking is gewezen in een vergelijkbare zaak, waarin dezelfde passagiers betrokken waren, maar met een andere gemachtigde. In die eerdere beschikking was de vordering van de passagiers reeds toegewezen, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat de passagiers in deze procedure geen belang meer hebben bij hun vordering, aangezien de hoofdsom al was toegewezen in de eerdere beschikking. De kantonrechter heeft daarom de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Ryanair.

De beslissing van de kantonrechter is definitief, aangezien tegen deze beschikking geen hoger beroep openstaat. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de gevolgen van eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6388999 \ CV EXPL 17-9230
Uitspraakdatum: 16 mei 2018
Beschikking in de zaak van:

1.[passagier 1]

wonende te [woonplaats]
2. [passagier 2]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partijen
verder te noemen: de passagiers
gemachtigden: mr. I.G.B. Maertzdorff en mr. M.A. Verburg (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar Iers recht
Ryanair Limited
gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen:Ryanair
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 12 oktober 2017;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 21 november 2017.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Ryanair een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Ryanair de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport (Nederland) naar Dublin Airport (Ierland) met vlucht FR3101 op 10 juni 2016, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Ryanair gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Ryanair heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken Ryanair te veroordelen tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- primair € 181,50 subsidiair € 90,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 juni 2016;
- de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 17 juni 2016.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat Ryanair vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Ryanair van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Ryanair betwist de vordering. Op haar verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat hij ambtshalve bekend is met de op 30 augustus 2017 door een andere kantonrechter van deze rechtbank gewezen beschikking (hierna: de eerdere beschikking), onder zaaknummer 5984480 CV EXPL 17-4548 in het geschil tussen de passagiers en twee andere verzoekende partijen enerzijds en Ryanair anderzijds. Een kopie van de eerdere beschikking zal aan deze beschikking worden gehecht.
4.2.
In de eerdere beschikking ging het om dezelfde materie - hebben de passagiers recht op compensatie in verband met vertraging van de vlucht - als in de onderhavige, met dit verschil dat de passagiers thans door EUclaim worden bijgestaan (in plaats van Green Claim) en dat de twee andere verzoekende partijen geen procespartij meer zijn.
4.3.
De kantonrechter heeft in de eerdere beschikking de hoofdsom die de passagiers in de onderhavige procedure vorderen, reeds toegewezen. De beschikking heeft kracht van gewijsde. Bij deze vordering hebben de passagiers daarom geen belang meer. De hoofdsom zal worden afgewezen. De vordering tot wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten zullen daarom eveneens worden afgewezen.
4.4.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Ryanair tot en met vandaag worden begroot op € 100,00 aan salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open