ECLI:NL:RBNHO:2018:4541

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 mei 2018
Publicatiedatum
31 mei 2018
Zaaknummer
6249340 CV EXPL 17-7432
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatievordering passagiers tegen luchtvaartmaatschappij wegens vertraging en overstaptijd

In deze zaak hebben een aantal passagiers een vordering ingesteld tegen United Airlines vanwege een aanzienlijke vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar Cancun, met een tussenstop in Houston. De passagiers claimen compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagiers arriveerden met 20 uur vertraging op hun eindbestemming en vorderden een schadevergoeding van € 3.150,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

United Airlines betwist de vordering en stelt dat de passagiers voldoende overstaptijd hadden om hun aansluitende vlucht te halen. De luchtvaartmaatschappij voert aan dat de passagiers zich niet tijdig bij de gate hebben gemeld, waardoor zij de vertraging aan zichzelf te wijten hebben. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overstaptijd van 91 minuten, die de passagiers hadden, meer dan voldoende was om de aansluitende vlucht te halen, gezien de Minimum Connecting Time van 75 minuten die door de luchthaven is vastgesteld.

De kantonrechter oordeelt dat de passagiers niet voldoende hebben aangetoond dat de vertraging van de vlucht van Amsterdam naar Houston de oorzaak was van het missen van de aansluitende vlucht naar Cancun. De vordering van de passagiers wordt afgewezen, en zij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6249340 CV EXPL 17-7432
Uitspraakdatum: 2 mei 2018
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier 1]

wonende te [woonplaats]

2. [passagier 2]

wonende te [woonplaats]

3. [passagier 3]

wonende te [woonplaats]

4. [passagier 4]

wonende te [woonplaats]

5. [passagier 5]

wonende te [woonplaats]
eisers
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R. Bos
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
United Airlines
gevestigd te Wilmington, Delaware, Verenigde Staten van Amerika, kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
verder te noemen: United Airlines
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 26 juli 2017 een vordering tegen United Airlines ingesteld. United Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna United Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met United Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan United Airlines de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam naar Cancun, Mexico, met een tussenstop in Houston, Verenigde Staten van Amerika.
2.2.
Volgens de overeenkomst zouden de passagiers op 20 december 2016 om 19.05 uur landen op Cancun Airport, Mexico. De passagiers zijn met 20 uur vertraging op hun eindbestemming aangekomen, omdat zij de overstap op Houston op de aansluitende vlucht naar Cancun, Airport hadden gemist.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van United Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
United Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat de kantonrechter United Airlines veroordeelt tot betaling van € 3.150,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 440,20, te vermeerderen met de wettelijke rente en tot betaling van de proceskosten, inclusief nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat United Airlines vanwege de vertraging van vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagiers, alsmede een bedrag van € 150,00 aan wegens de vertraging gemaakte kosten voor maaltijden en verfrissingen.
3.3.
De passagiers hebben aangevoerd dat United Airlines voor de berekening van de overstaptijd de verkeerde tijden als uitgangspunt neemt. Volgens de passagiers gaat het voor wat betreft de begintijd niet om het tijdstip waarop het vliegtuig is geland (14.21 uur), maar om het tijdstip waarop de eerste passagier door de gate is gegaan. Dit was aanzienlijk later dan 14.21 uur, aangezien er nog getaxied is en er nog gewacht is totdat het uitstappen kon beginnen. Ook de door United Airlines gehanteerde eindtijd is onjuist, aldus de passagiers. United Airlines hanteert de vertrektijd van de aansluitende vlucht (15.52 uur), maar voor een juiste meting van de overstaptijd dient te worden uitgegaan van de sluitingstijd van het boarden (15.37 uur). Bij het hanteren van de juiste tijden resteerde er voor de passagiers, door de op de vlucht uit Amsterdam opgetreden vertraging, nog slechts een overstaptijd van zo’n 60 minuten, hetgeen door alle gehanteerde veiligheidsmaatregelen te weinig is voor Houston Airport.
3.4.
De passagiers hebben voorts aangevoerd dat de Minimum Connecting Time door de luchtvaartmaatschappij wordt vastgesteld en dat deze er een belang bij hebben die tijd zo kort mogelijk te houden. Daardoor is de op Houston Airport geldende Minimum Connecting Time slechts haalbaar bij optimale omstandigheden.

4.Het verweer

4.1.
United Airlines betwist de vordering. Zij voert aan dat de passagiers, ondanks de vertraging op de vlucht van Amsterdam naar Houston ruim voldoende overstaptijd hadden om hun aansluitende vlucht naar Cancun te halen, maar dat zij zich niet tijdig bij de gate hebben gemeld voor deze vlucht, zodat zij de vertraging aan zichzelf te wijten hebben.
4.2.
United Airlines stelt dat de vlucht waarmee de passagiers aankwamen in Houston arriveerde om 14.21 uur met een vertraging van 26 minuten en dat de aansluitende vlucht naar Cancun zou vertrekken om 15.52. Aldus hadden de passagiers een overstaptijd van 91 minuten, hetgeen meer dan voldoende was, aangezien de zogenaamde Minimum Connecting Time voor internationale vluchten op de luchthaven Houston 75 minuten is.
4.3.
United Airlines heeft betwist dat voor de berekening van de overstaptijd de verkeerde uitgangspunten zijn genomen. Uit het overgelegde vluchtrapport van het operations control center van United Airlines blijkt dat het toestel om 14.15 uur lokale tijd is geland en om 14.21 uur “on blocks” is gegaan, dat wil zeggen gearriveerd aan de gate met de remmen op het toestel. Deze tijden komen overeen met de vermelde taxitijd: “Taxi in minutes: scheduled 8, actual 6”. De eerste passagiersdeur ging eveneens om 14.21 uur lokale tijd open.
4.4.
United Airlines heeft voorts betoogd dat het onjuist is dat er geen rekening is gehouden met het feit dat de gate voor de aansluitende vlucht 15 minuten voor vertrek (dus om 15.37 uur) sloot. De Minimum Connecting Time, die door de luchthaven wordt vastgesteld en die per luchthaven verschilt, is de tijd die volgens de luchthaven in het boekingsproces minimaal moet worden aangehouden tussen twee aansluitende vluchten. De luchthaven houdt daarbij rekening met verschillende factoren waaronder de afstand tussen de gates, de benodigde tijd om bagage over te laden, de vraag of passagiers door de Douane moeten en zo ja, hoeveel tijd daar voor nodig is. En vanzelfsprekend houdt de luchthaven er daarbij ook rekening mee dat de gates 15 minuten voor vertrek sluiten. Bij het bepalen van de Minimum Connecting Time wordt een marge aangehouden voor korte vertragingen en wordt rekening gehouden met het feit dat niet alle passagiers zich even vlot kunnen bewegen. De gemiddelde persoon, dus ook ouderen en mensen die reizen met kinderen, moet op Houston Airport met een overstaptijd van 75 minuten in staat zijn om zijn of haar aansluitende vlucht te halen.
4.5.
De Minimum Connecting Time wordt dus niet, zoals door de passagiers is gesteld, vastgesteld door de luchtvaartmaatschappij, maar door de luchtvaart. Dat de Minimum Connecting Time alleen in optimale omstandigheden kan worden gehaald, wordt betwist. Noch de luchthaven, noch de luchtvaartmaatschappij heeft belang bij te korte minimum overstaptijden: als passagiers aan de lopende band hun aansluitingen zouden missen, zou dit zeer schadelijk zijn voor de reputatie van de luchthaven en de luchtvaartmaatschappij. De luchtvaartmaatschappij heeft er belang bij haar passagiers conform de planning en zonder overlast te vervoeren. De luchthaven heeft er commercieel belang bij dat passagiers tijd doorbrengen op een luchthaven en tijd hebben om te eten, te winkelen, etcetera.
4.6.
In het onderhavige geval hadden de passagiers 91 minuten overstaptijd, hetgeen ruim voldoende was om de aansluitende vlucht te halen. Waarom de passagiers zich niet tijdig bij de gate hebben gemeld, is onduidelijk. Voor zover de passagiers zijn opgehouden door controle door de Amerikaanse douane, kan dit niet aan United Airlines worden toegerekend. United Airlines verwijst hierbij naar een vonnis van deze rechtbank van 29 maart 2017 (5100628 CV EXPL 16-4863). De vertraging van 26 minuten van vlucht UA21 is niet de oorzaak geweest van het missen van vlucht UA1020 naar Cancun. Er is dus geen sprake van een gemiste aansluiting in de zin van de Verordening, aldus United Airlines.

5.De beoordeling

5.1.
United Airlines is gevestigd in het buitenland. Het geschil heeft derhalve internationale aspecten, zodat allereerst moet worden onderzocht of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen. De kantonrechter stelt vast dat hij op grond van het bepaalde in artikel 26 van de Brussel I bis-Verordening (nr. 1215/2012) bevoegd is om van de onderhavige vordering kennis te nemen, nu United Airlines in de onderhavige procedure is verschenen en de bevoegdheid niet heeft betwist.
5.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft United Airlines aan de hand van het vluchtrapport en de daarop gegeven toelichting voldoende onderbouwd dat de overstaptijd op Houston Airport 91 minuten bedroeg, en niet ongeveer 60 minuten zoals door de passagiers is betoogd. Uit het door United Airlines als productie 1 bij conclusie van antwoord overgelegde screenshot blijkt dat de Minimum Connecting Time voor internationale vluchten van United Airlines op Houston Airport 75 minuten bedroeg. De uitleg die United Airlines heeft gegeven over de manier waarop de Minimum Connecting Time wordt berekend en met welke factoren daarbij rekening wordt gehouden, komt de kantonrechter plausibel voor. Door de passagiers is deze uitleg ook niet voldoende gemotiveerd betwist. De kantonrechter neemt daarom als uitgangspunt dat 75 minuten overstaptijd voor de gemiddelde passagier voldoende moet zijn geweest om de aansluitende vlucht te halen. Dat de passagiers geen gemiddelde passagiers waren en dat voor hen daarom een ander uitgangspunt had moeten gelden, is gesteld noch gebleken. De overstaptijd van 91 minuten had dan ook voldoende moeten zijn om zich tijdig te melden voor de aansluitende vlucht. Voor zover de passagiers zijn opgehouden door de Amerikaanse douane, kan dit niet aan United Airlines worden verweten. De kantonrechter verwijst hierbij naar een eerder vonnis van deze rechtbank van 29 maart 2017 (5100628 CV EXPL 16-4863). Uit het voorgaande volgt dat het missen van de aansluiting niet is veroorzaakt door de vertraging van 26 minuten van vlucht UA21.
5.3.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van de passagiers zal afwijzen.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Ook de gevorderde nakosten kunnen worden toegewezen (tot een maximum van een half punt, zijnde € 87,50), voor zover deze kosten daadwerkelijk door United Airlines worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor United Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 350,00 aan salaris en tot betaling van € 87,50 aan nakosten, voor zover daadwerkelijk nakosten door United Airlines worden gemaakt, en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter