ECLI:NL:RBNHO:2018:4831

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 juni 2018
Publicatiedatum
8 juni 2018
Zaaknummer
6563145
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en wettelijke rente in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft Advocatenkantoor Deijkers, vertegenwoordigd door haar bestuurder mr. P.F.M. Deijkers, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens onbetaalde facturen. De vordering is ingesteld op 28 december 2017, waarbij Advocatenkantoor Deijkers een totaalbedrag van € 1.098,73 vordert, bestaande uit onbetaalde facturen van € 955,42 en buitengerechtelijke incassokosten van € 143,31. De gedaagde heeft de facturen betwist, stellende dat hij geen aanmaningen heeft ontvangen en dat sommige facturen al betaald zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat hij in verzuim is geraakt door niet tijdig te betalen.

De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde verantwoordelijk is voor het doorgeven van adreswijzigingen aan Advocatenkantoor Deijkers. De vordering van Advocatenkantoor Deijkers wordt grotendeels toegewezen, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, omdat niet is aangetoond dat een kosteloze aanmaning is verzonden. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de gedaagde krijgt de kosten van de procedure voor zijn rekening.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 6563145 \ CV EXPL 18-67 (rvk)
Uitspraakdatum: 6 juni 2018
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap
Lissan Beheer B.V., h.o.d.n. Advocatenkantoor Deijkers
gevestigd en kantoorhoudende te Hoorn
eiseres
verder te noemen: Advocatenkantoor Deijkers
procederend bij haar bestuurder mr. P.F.M. Deijkers
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
in persoon procederend.

1.Het procesverloop

1.1.
Advocatenkantoor Deijkers heeft bij dagvaarding van 28 december 2017 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Advocatenkantoor Deijkers heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een mondelinge reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Advocatenkantoor Deijkers heeft op basis van een overeenkomst van opdracht, gesloten in juni 2014, juridische werkzaamheden verricht voor [gedaagde] .
2.2.
Advocatenkantoor Deijkers heeft onder meer de volgende facturen verzonden:
- factuur 2016600007 4 januari 2106 € 142,30
- factuur 2016600039 4 januari 2016 € 90,68
- factuur 2016600132 2 februari 2016 € 528,53
- factuur 2016600217 8 maart 2016 € 40,66
- factuur 2016600240 8 maart 2016 € 40,66
- factuur 2017600195 2 februari 2017 € 142,30
2.3.
Het totaalbedrag van deze facturen bedraagt € 955,42.
2.4.
[gedaagde] heeft deze facturen niet betaald.

3.De vordering

3.1.
Advocatenkantoor Deijkers vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 1.098,73.
3.2.
Advocatenkantoor Deijkers legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] op grond van de overeenkomst gehouden is de facturen van in totaal € 955,42 te betalen. Ondanks sommatie is [gedaagde] niet overgegaan tot betaling, zodat [gedaagde] de buitengerechtelijke incassokosten van € 143,31 verschuldigd is. Deijkers maakt voorts aanspraak op de wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Hij voert aan – samengevat – dat hij geen aanmaningen heeft ontvangen en dat er onder de facturen waarvan nu betaling wordt gevorderd, facturen zitten die reeds betaald zijn. De facturen zijn verzonden naar een adres waar hij niet woont.

5.De beoordeling

5.1.
[gedaagde] betwist niet dat Advocatenkantoor Deijkers betaald moet worden voor haar werkzaamheden. [gedaagde] voert aan dat hij denkt dat alles al betaald is, althans dat een gedeelte al betaald is. [gedaagde] vermeldt echter niet om welke bedragen dat dan zou gaan. Dat betekent dat hij zijn verweer onvoldoende onderbouwd heeft. [gedaagde] kan dit niet repareren door het overleggen van bankafschriften zonder daarbij enige toelichting te geven. Het is niet de taak van de kantonrechter om bijlagen door te spitten om te controleren of wellicht rekeningen van Advocatenkantoor Deijkers betaald zijn. Dat moet [gedaagde] echt zelf doen. De vordering in hoofdsom zal worden toegewezen.
5.2.
De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde] verder zo dat hij van mening is dat hij geen bijkomende kosten verschuldigd is omdat Advocatenkantoor Deijkers de facturen en de aanmaningen naar een verkeerd adres heeft gestuurd. De kantonrechter is van oordeel dat het de verantwoordelijkheid is van [gedaagde] om Advocatenkantoor Deijkers op de hoogte te brengen van eventuele adreswijzigingen. De stelling van [gedaagde] dat hij een adreswijziging heeft doorgegeven aan mr. Deijkers zelf en later aan een jonge medewerker van het kantoor wordt door de kantonrechter verworpen omdat deze stelling onvoldoende is onderbouwd. [gedaagde] vermeldt bijvoorbeeld niet op welke datum of omstreeks welke periode hij contact zou hebben opgenomen met Advocatenkantoor Deijkers. Dit betekent dat [gedaagde] het aan zich zelf te wijten heeft dat hij niet op de hoogte was van facturen en aanmaningen. Overigens valt het op dat [gedaagde] niet ontkent dat hij de facturen per e-mail heeft ontvangen. [gedaagde] is dus te laat met betalen; hij is in verzuim geraakt.
5.3.
Een gevolg van dat verzuim is dat [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd is. Aangezien Advocatenkantoor Deijkers geen verzuimdatum heeft gesteld, althans het bepalen van de ingangsdatum van de wettelijke rente overlaat aan de kantonrechter, zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding, zijnde 28 december 2017.
5.4.
Een ander gevolg van het verzuim is dat Advocatenkantoor Deijkers – onder voorwaarden – recht heeft op de vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Echter, de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat een kosteloze aanmaning die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW is verzonden. Er is namelijk geen termijn van 14 dagen gegund waarbinnen [gedaagde] zonder bijkomende kosten alsnog zou kunnen betalen.
5.5.
Tot slot heeft het verzuim tot gevolg dat Advocatenkantoor Deijkers in redelijkheid een procedure in gang kon zetten. De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij grotendeels ongelijk krijgt. De dagvaardingskosten wordt vastgesteld op € 83,47, nu voor de kosten van een GBA-uittreksel overeenkomstig de aanbevelingen van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele sectoren en Kantonsectoren per 1 juni 2013 € 1,63 wordt toegekend. Verder wordt aan Advocatenkantoor Deijkers geen salaris gemachtigde toegekend, aangezien zij is vertegenwoordigd door haar bestuurder.
5.6.
Advocatenkantoor Deijkers vordert verder veroordeling van [gedaagde] in de kosten die samenhangen met executie. De kantonrechter begrijpt dat Advocatenkantoor Deijkers nakosten en de kosten van betekening van het vonnis vordert. [gedaagde] wordt daarom ook veroordeeld tot betaling van € 50,- aan gevorderde nakosten, voor zover daadwerkelijk nakosten door Advocatenkantoor Deijkers worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis. Eventuele andere executiekosten worden gelet op het navolgende afgewezen. Voor zover deze zien op niet-ambtshandelingen kan niet in deze procedure worden beoordeeld of de kosten in redelijkheid zijn gemaakt. Indien Advocatenkantoor Deijkers kosten voor ambtshandelingen van een gerechtsdeurwaarder vordert, volgt uit het systeem van de wet dat dergelijke kosten door middel van de executie zelf worden verhaald.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Advocatenkantoor Deijkers van € 955,42, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 december 2017 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Advocatenkantoor Deijkers tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 83,47
griffierecht € 476,00;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 50,- aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Advocatenkantoor Deijkers worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A. Swildens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter