ECLI:NL:RBNHO:2018:4858
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake handhaving omgevingsvergunning voor vlonder en steiger
Op 7 juni 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een handhavingsbesluit dat op 20 april 2018 door verweerder is genomen. Dit besluit verplichtte de verzoeker om een vlonder en steiger, die zonder de vereiste omgevingsvergunning waren gerealiseerd, te verwijderen. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om schorsing van het handhavingsbesluit tot zes weken na de beslissing op bezwaar.
Tijdens de zitting op 7 juni 2018 is de verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het handhavingsbesluit niet onrechtmatig was, omdat de gerealiseerde bouwwerken, de vlonder en de steiger, vergunningsplichtig waren en de verzoeker deze zonder de benodigde vergunning had gebouwd.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die verweerder zouden verplichten om van handhaving af te zien. De verzoeker had geen omgevingsvergunning aangevraagd voor legalisatie van de bouwwerken, en de voorzieningenrechter zag geen aanleiding om tot een andere beslissing te komen. De verzoeker heeft nog twee weken na de uitspraak om de bouwwerken te verwijderen of in overeenstemming te brengen met de vergunningsvrije situatie. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen de uitspraak staat geen rechtsmiddel open.