ECLI:NL:RBNHO:2018:5316

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 januari 2018
Publicatiedatum
22 juni 2018
Zaaknummer
5861034 / CV EXPL 17-3263
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door Austrian Airlines

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met Austrian Airlines voor een vlucht van Iasi (Roemenië) via Wenen naar Amsterdam op 28 juni 2015. De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen, waarna de passagier compensatie heeft gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Austrian Airlines heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en een capaciteitsreductie op de luchthaven van Wenen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Austrian Airlines niet heeft aangetoond dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter concludeerde dat de weersomstandigheden op zichzelf niet de uitvoering van de vlucht hebben vertraagd en dat er onvoldoende bewijs was van een specifiek besluit van de luchtverkeersleiding dat de vertraging heeft veroorzaakt. Hierdoor was Austrian Airlines verplicht om compensatie te betalen aan de passagier.

De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van € 400,00 aan compensatie toegewezen, evenals de wettelijke rente over dit bedrag. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat de passagier niet voldoende bewijs had geleverd van gemaakte kosten. Austrian Airlines is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 295,31. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5861034 / CV EXPL 17-3263
Uitspraakdatum: 24 januari 2018
Vonnis in de zaak van:
[de passagier] ,wonende te [woonplaats] , Italië,
eiser,
hierna te noemen: de passagier,
gemachtigde: mr. H. Yildiz,
tegen
de buitenlandse rechtspersoon Austrian Airlines,
statutair gevestigd te Wenen, Oostenrijk en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
hierna te noemen: Austrian Airlines,
gemachtigde: mr. E.C. Douma.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 15 maart 2017 een vordering tegen Austrian Airlines ingesteld. Austrian Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagier heeft vervolgens een antwoordakte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Austrian Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian Airlines de passagier zou vervoeren van Iasi (Roemenië), via Wenen (Oostenrijk) naar Amsterdam op 28 juni 2015, hierna: de vlucht.
2.2.
Volgens de oorspronkelijke planning zou de passagier op 28 juni 2015 om 15:55 uur (lokale tijd) vanuit Iasi met vlucht OS646 vertrekken en om 16:50 (lokale tijd) aankomen in Wenen. Vanuit Wenen zou hij met vlucht OS375 om 17:20 uur (lokale tijd) verder vliegen naar Amsterdam, om daar om 19:15 uur (lokale tijd) aan te komen.
2.3.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Austrian Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Austrian Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Austrian Airlines, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 60,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, waaronder € 400,00 aan salaris gemachtigde.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en het Sturgeon‑arrest van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie van 19 november 2009. De passagier stelt dat Austrian Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hem te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00.

4.Het verweer

4.1.
Austrian Airlines betwist de vordering. Zij voert samengevat, voor zover relevant, het volgende aan. Austrian Airlines doet een beroep op buitengewone omstandigheden. De vertraagde uitvoering van vlucht OS646 (Iasa-Wenen) is veroorzaakt door externe factoren. De voorgaande vlucht OS645 is met een vertraging van zeven minuten uit Wenen naar Iasa vertrokken. De vlucht is met een vertraging van 15 minuten om 12:35 uur UTC in Iasa aangekomen. De geplande rotatietijd van vlucht OS645 naar vlucht OS646 was 35 minuten. De feitelijke rotatietijd was volgens Austrian Airlines echter 60 minuten, omdat vlucht OS646 gedurende 40 minuten geen toestemming van de luchtverkeersleiding kreeg om uit Iasa te vertrekken. De vlucht stond om 13:05 uur UTC gereed voor vertrek. Vlucht OS646 is met een vertraging van 40 minuten uit Iasa vertrokken, te weten om 13:35 uur UTC (in plaats van 12:55 uur UTC). De redenen hiervoor waren slechte weersomstandigheden in Wenen en een capaciteitsreductie op de luchthaven van Wenen.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de kantonrechter te Haarlem bevoegd is van het geschil kennis te nemen en dat de Verordening van toepassing is op onderhavig geschil.
5.2.
De kern van het geschil is of Austrian Airlines de passagier compensatie verschuldigd is in verband met de vertraging van de vlucht. Austrian Airlines is niet verplicht compensatie te betalen, als zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5, lid 3, van de Verordening en de vertraging ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van Austrian Airlines op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.4.
Voor zover er op 28 juni 2015 sprake was van de door Austrian Airlines gestelde slechte weersomstandigheden rond de luchthaven van Wenen is naar het oordeel van de kantonrechter in ieder geval niet gebleken dat de weersomstandigheden op zichzelf de uitvoering van de vlucht in kwestie heeft vertraagd. Uit de dossierstukken blijkt weliswaar dat de luchtverkeersleiding te Wenen het aantal vliegtuigen dat die dag mocht landen en vertrekken heeft beperkt, echter dit betekent ook dat er ondanks de weersomstandigheden wel degelijk vliegverkeer mogelijk was van en naar de luchthaven van Wenen.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt onvoldoende dat sprake is geweest van een besluit van de luchtverkeersleiding dat specifiek was gericht aan het toestel waarmee de vlucht in kwestie werd uitgevoerd. Daarbij komt dat algemene beperkingen opgelegd door de luchtverkeersleiding naar het oordeel van de kantonrechter inherent zijn aan het voeren van een luchtvaartonderneming. Bovendien is het bij een beperking van het aantal vluchten door de luchtverkeersleiding een operationele keuze van Austrian Airlines welke vluchten doorgaan en welke vluchten niet.
5.6.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat niet voldaan is van de vereisten van punt 15 van de considerans van de Verordening en dat derhalve geen sprake is van een buitengewone omstandigheid. Nu geen sprake is van een buitengewone omstandigheid komt de kantonrechter niet toe aan de beantwoording van de vraag of Austrian Airlines voldoende redelijke maatregelen heeft genomen om de gevolgen van een eventuele vertraging te voorkomen. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal, gelet op de duur van de vertraging, worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
5.7.
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten oordeelt de kantonrechter als volgt. De passagier maakt aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten. De passagier heeft echter niet voldoende specificaties overgelegd waaruit blijkt dat deze buitengerechtelijke kosten daadwerkelijk gemaakt zijn door de (gemachtigde van) de passagier. De kantonrechter is gelet hierop van oordeel dat de passagier onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht die meer hebben omvat dan het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten, alsmede de daarover gevorderde wettelijke rente, zal daarom worden afgewezen.
5.8.
Austrian Airlines zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De passagier heeft een bedrag van € 400,00 gevorderd aan gemachtigdensalaris. Bij de berekening van het salaris voor de gemachtigde worden de totale toegewezen vordering en het liquidatietarief als uitgangspunt genomen. De kantonrechter zal gelet hierop een bedrag toewijzen van € 120,00 aan gemachtigdensalaris.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Austrian Airlines tot betaling aan de passagier van € 400,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt Austrian Airlines tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 97,31;
griffierecht € 78,00;
salaris gemachtigde € 120,00;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido kantonrechter en op 24 januari 2018 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter