ECLI:NL:RBNHO:2018:5324
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd aan werkgever wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] B.V. en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres, een besloten vennootschap gevestigd in Haarlem, kreeg een boete opgelegd van € 9.500,- wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De boete was het gevolg van het feit dat eiseres een vreemdeling arbeid had laten verrichten zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning. Eiseres had in 2014 stucwerkzaamheden laten uitvoeren door [naam 3] Stukadoorbedrijf, waarbij [naam 5], een vreemdeling zonder vergunning, betrokken was.
Het primaire besluit van de Staatssecretaris, dat de boete oplegde, werd door eiseres bestreden. De rechtbank behandelde de zaak op 22 februari 2018 en ontving nadere schriftelijke reacties van beide partijen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij adequate maatregelen had genomen om overtreding van de Wav te voorkomen. De rechtbank oordeelde dat eiseres als werkgever verantwoordelijk was voor de handhaving van de wetgeving en dat de boete terecht was opgelegd.
De rechtbank verwierp ook het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel, omdat de door eiseres aangehaalde zaak niet vergelijkbaar was met haar eigen situatie. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete in stand bleef. De uitspraak werd gedaan door mr. G. Drenth, rechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.