ECLI:NL:RBNHO:2018:551
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van facturen door curator in faillissement met gedeeltelijke toewijzing en verrekening
In deze zaak heeft de curator van Floor Fashion Holland B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde], die werkzaamheden heeft laten uitvoeren door D-Vloeren. De curator vordert betaling van € 8.665,58, bestaande uit onbetaalde facturen en buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] betwist de vordering gedeeltelijk en stelt dat hij schade heeft geleden door fouten in de uitvoering van de werkzaamheden, en dat hij een schuurmachine ter waarde van € 750,- onder zich heeft die aan hem toebehoort.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de facturen zijn verzonden door D-Vloeren en niet door Floor Fashion, maar dat [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd tegen de curator's stelling dat de naam op de facturen met toestemming van de rechter-commissaris is gewijzigd. De kantonrechter oordeelt dat de curator in strijd met artikel 21 Rv heeft gehandeld door onvolledige en onjuiste feiten aan te voeren. Desondanks is de vordering voor een deel toewijsbaar, omdat [gedaagde] erkent dat hij € 1.323,19 verschuldigd is.
Het beroep van [gedaagde] op verrekening van zijn schade met de vordering wordt afgewezen, omdat de schade niet eenvoudig vast te stellen is. Echter, de kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] een vordering heeft op de curator voor de schuurmachine, die niet is teruggegeven. De vordering in hoofdsom wordt toegewezen voor een bedrag van € 7.141,50, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten worden gecompenseerd, en de vordering voor het overige wordt afgewezen. Het vonnis is uitgesproken door mr. W.A. Swildens.