Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 oktober 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 10 april 2018
- de brief van mr. Stuyt van 29 mei 2018 houdende opmerkingen naar aanleiding van dit proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
zekeris dat hij zijn studie zou hebben afgerond. Het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid biedt een uitweg om deze onzekerheid schattenderwijs in de aansprakelijkheid te verdisconteren door de waarschijnlijkheid dat het diploma zou zijn behaald uit te drukken in een percentage waarvoor Nyenrode aansprakelijk is te achten. Toepassing van dit leerstuk is in het onderhavige geval redelijk, nu het gelet op de strekking van de overtreden norm - schending van een op Nyenrode rustende zorgplicht om zeker te stellen dat het in het vooruitzicht gestelde diploma na afronding van de studie ook rechtsgeldig kan worden verstrekt - en het profiel van Nyenrode als vooraanstaand opleidingsinstituut uit overwegingen van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om onzekerheid over het sine qua non verband in zijn geheel op [eiser] af te wentelen, terwijl het eveneens onaanvaardbaar is om die onzekerheid geheel op Nyenrode af te wentelen, indien de kans dat [eiser] de studie niet met goed gevolg zou hebben afgerond meer dan louter hypothetisch is.
konleiden tot het door [eiser] beoogde MBA-diploma. Het is niet redelijk dat aan [eiser] tegen te werpen.
Onder de geschetste omstandigheden zal de rechtbank de waarschijnlijkheid dat [eiser], de wanprestatie weggedacht, de opleiding niet succesvol zou hebben afgerond, stellen op 10%. Dat betekent dat Nyenrode 90% van de hierna vergoedbaar te achten schadeposten moet vergoeden.
in zoverrehun doel gemist. De uitgaven hebben hun doel in een ander opzicht echter niet gemist, nu [eiser] wel onderwijs heeft genoten, kennis heeft verworven en vaardigheden heeft opgedaan. De rechtbank is van oordeel dat [eiser] in het onderhavige geval adequaat en toereikend wordt gecompenseerd indien de schade -naast het gemiste voordeel- wordt begroot op een bedrag gelijk aan de omvang van de uitgaven
voor zoverdie hun doel hebben gemist.
schade. De aard van die schade, gemist voordeel in de vorm van aanzien, carriërekansen, status, is lastig op geld waardeerbaar. Daarom is het toelaatbaar om die schade abstract te begroten, door haar te stellen op de waarde van de uitgaven die zijn gedaan om de studie te volgen. Die “uitgaven” omvatten mede de opgeofferde, op geld waardeerbare eigen tijd. Vergoeding daarvan is in een constellatie als de onderhavige ook volstrekt redelijk te achten, zolang die vergoeding binnen de perken blijft, terwijl voor het geheel onvergoed laten van die aanzienlijke tijdsinvestering geen goede grond bestaat.
5.De beslissing
- ter zake betaald collegegeld 90% van € 11.226,97, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de data waarop [eiser] de bedragen voldeed, als nader in de dagvaarding omschreven, tot de dag der algehele voldoening door Nyenrode;
- ter zake betaalde rente over lening 90% van € 2.695,22 te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de data waarop [eiser] de bedragen voldeed, als nader in de dagvaarding omschreven, tot de dag der algehele voldoening door Nyenrode;
- ter zake reiskosten 90% € 680,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de ingebrekestelling d.d. 30 april 2014 tot de dag der algehele voldoening door Nyenrode;
- ter zake het verlies van vrije tijd 90% van 4.941,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de ingebrekestelling d.d. 30 april 2014 tot de dag der algehele voldoening door Nyenrode;