ECLI:NL:RBNHO:2018:5753
Rechtbank Noord-Holland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift tot opheffing beslag en teruggave ritregistratie-apparatuur in verband met snelheidscontrole
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 7 mei 2018 uitspraak gedaan in een klaagschrift van klager, vertegenwoordigd door mr. M.E. Terhorst, met betrekking tot de opheffing van beslag op ritregistratie-apparatuur. Het klaagschrift was ingediend na de inbeslagname van de apparatuur op 5 november 2017, naar aanleiding van een storing bij een snelheidscontrole. De rechtbank heeft de procedure behandeld op 15 januari 2018, waarbij klager, zijn raadsvrouw, de belanghebbende en de officier van justitie aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst voor aanvullend technisch onderzoek, dat op 23 april 2018 heeft plaatsgevonden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inbeslaggenomen apparatuur, een radardetectiesysteem en lasershield, technisch geschikt was voor het ontvangen van radargolven, wat in strijd is met de Nederlandse wetgeving. De officier van justitie heeft zich verzet tegen de teruggave van de apparatuur, stellende dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet. Klager heeft betoogd dat de apparatuur legaal was, maar de rechtbank oordeelde dat de technische bestemming van de apparatuur beslissend is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later zal oordelen dat de apparatuur onttrokken moet worden aan het verkeer.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het klaagschrift ongegrond verklaard, waarmee het beslag op de ritregistratie-apparatuur gehandhaafd blijft. Klager kan binnen veertien dagen na betekening van de beschikking beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.