ECLI:NL:RBNHO:2018:706
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering WW-uitkering en opzegtermijn arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. K.U.J. Hopman, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door J. Knufman. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder om zijn recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) te weigeren. Verweerder stelde dat eiser niet als werknemer kon worden beschouwd omdat hij geen loon ontving voor het werk dat hij deed. Eiser betwistte deze stelling en voerde aan dat zijn arbeidsovereenkomst eerder was opgezegd, waardoor hij recht had op een WW-uitkering per 1 september 2016.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een opzegtermijn van één maand geldt en dat eiser per 1 oktober 2016 werk heeft aanvaard, waardoor hij vanaf die datum niet meer in aanmerking komt voor een WW-uitkering. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de arbeidsovereenkomst eerder was opgezegd dan 1 augustus 2016. De rechtbank concludeerde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet eerder dan op 1 augustus 2016 kan worden vastgesteld, en dat eiser derhalve geen recht heeft op een WW-uitkering voor 1 oktober 2016.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.