ECLI:NL:RBNHO:2018:7161
Rechtbank Noord-Holland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot zekerheidsstelling in luchtvaartclaim tussen Airhelp Limited en Corendon Dutch Airlines B.V.
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, is een incidentele vordering tot zekerheidsstelling aan de orde. De eiseres, Airhelp Limited, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Corendon Dutch Airlines B.V., met betrekking tot compensatie voor een verstoorde vlucht op 24 juli 2017. Airhelp vordert een schadevergoeding van € 400,00 per passagier op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Corendon heeft in het incident verzocht om zekerheidstelling voor proceskosten op grond van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), omdat Airhelp in Hong Kong is gevestigd en Corendon vreest dat zij zich aan verhaal zal onttrekken in het geval van een kostenveroordeling.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Airhelp geen woonplaats in Nederland heeft, waardoor artikel 224 lid 1 Rv van toepassing is. Dit betekent dat Airhelp in beginsel verplicht is om zekerheid te stellen voor de proceskosten. Airhelp heeft betoogd dat zij een bekende speler is in de luchtvaartclaims en dat het stellen van zekerheid een te groot obstakel zou vormen voor passagiers. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat deze argumenten niet onder de uitzonderingen van artikel 224 Rv vallen en dat Airhelp geen verweer heeft gevoerd tegen de hoogte van het gevorderde bedrag van € 2.500,00.
De kantonrechter heeft Corendon opgedragen om uiterlijk op 12 september 2018 zekerheid te stellen voor de proceskosten en heeft de proceskosten in het incident voor rekening van Airhelp gesteld. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 10 oktober 2018 voor verdere behandeling.