Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte overlegging producties en de eis in reconventie van VNV d.d. 8 augustus 2018
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Ryanair
- de pleitnota van VNV
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 augustus 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Ryanair DAC en de Vereniging voor Nederlandse Verkeersvliegers (VNV). De vordering van VNV was gericht op het verkrijgen van een gebod aan Ryanair om VNV-leden, die in dienst zijn van concurrerende luchtvaartmaatschappijen, toe te laten bij cao-onderhandelingen. VNV stelde dat Ryanair in strijd handelde met fundamentele vakbondsrechten door deze vertegenwoordigers af te wijzen. Ryanair voerde aan dat het delen van informatie met concurrenten in strijd was met EU-regelgeving en dat er geen spoedeisend belang was voor VNV.
De voorzieningenrechter oordeelde dat VNV voldoende spoedeisend belang had bij haar vordering en dat de vordering in reconventie niet afgewezen kon worden op basis van gebrek aan samenhang met de conventionele vordering. De rechter benadrukte dat VNV, als erkende vakbond, het recht heeft om zelf te bepalen wie haar vertegenwoordigt in onderhandelingen. De voorzieningenrechter verwierp de argumenten van Ryanair en oordeelde dat de vordering van VNV in een bodemprocedure waarschijnlijk zou worden toegewezen. De rechter gebiedde Ryanair om VNV-vertegenwoordigers toe te laten bij de cao-onderhandelingen en legde een dwangsom op van € 5.000 per overtreding, met een maximum van € 500.000.
De uitspraak benadrukt de bescherming van vakbondsrechten en de noodzaak voor werkgevers om de rechten van werknemers en hun vertegenwoordigers te respecteren in het kader van collectieve onderhandelingen. De kosten van het geding werden aan Ryanair opgelegd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.