Uitspraak
1.Het procesverloop
- de moeder;
- de GI, vertegenwoordigd door [medewerker GI] .
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 augustus 2018 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige] en de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing aan de vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd door de huidige situatie tussen de ouders, die al jarenlang niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren. De vader heeft herhaaldelijk geen medewerking verleend aan de hulpverlening en heeft geen contact opgenomen met de gezinsmanager, wat leidt tot zorgen over de opvoedsituatie van de minderjarige bij de vader.
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (Regio Amsterdam) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor een jaar, omdat de emotionele veiligheid van de minderjarige in het geding is. De kinderrechter heeft dit verzoek toegewezen en de ondertoezichtstelling verlengd tot 22 augustus 2019. Daarnaast is de schriftelijke aanwijzing van 15 maart 2018 aan de vader bekrachtigd, waarbij de vader verplicht wordt om contact te onderhouden met de gezinsmanager en medewerking te verlenen aan de hulpverlening. Bij niet-nakoming van deze verplichtingen kan een dwangsom van € 50,- per keer worden opgelegd, met een maximum van € 5.000,-.
De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat de vader zijn verantwoordelijkheden opneemt en dat er zicht komt op de opvoedsituatie van de minderjarige bij de vader. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.