ECLI:NL:RBNHO:2018:9005

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 oktober 2018
Publicatiedatum
17 oktober 2018
Zaaknummer
6755768 \ CV EXPL 18-1899
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • S.B. Rip
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst dressuurpaard wegens onjuiste mededelingen

In deze zaak heeft eiseres, de koper van een dressuurpaard, de koopovereenkomst ontbonden op grond van onjuiste mededelingen van de verkoper, gedaagde. De koopovereenkomst werd gesloten op 28 oktober 2017 voor een bedrag van € 7.000. Eiseres stelde dat gedaagde onjuiste informatie had verstrekt over de geschiktheid en prestaties van het paard, wat leidde tot de conclusie dat het paard niet voldeed aan de verwachtingen die eiseres had op basis van de verstrekte informatie. Na een zitting op 13 augustus 2018, waar beide partijen hun standpunten toelichtten, oordeelde de kantonrechter dat gedaagde inderdaad tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechter oordeelde dat de onjuiste mededelingen van gedaagde essentieel waren voor de beslissing van eiseres om het paard te kopen. De kantonrechter verklaarde de ontbinding van de koopovereenkomst op 8 december 2017 terecht en veroordeelde gedaagde tot terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding aan eiseres. Gedaagde werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 6755768 \ CV EXPL 18-1899 (H.K.)
Uitspraakdatum: 17 oktober 2018
Vonnis in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats 1]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. A.G.J. van Rinsum, advocaat te Zwolle
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats 2]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M.A. Mak, advocaat te Alkmaar.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 15 maart 2018 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 13 augustus 2018 heeft een zitting plaatsgevonden, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiseres] bij brief van 3 augustus 2018 nog de producties 17 tot en met 22 toegezonden.
1.3.
Na afloop van de zitting is de zaak aangehouden voor minnelijk overleg tussen partijen.
Bij brief van 29 augustus 2018 van de gemachtigde van [gedaagde] blijkt dat partijen geen schikking hebben getroffen, waarna de zaak voor vonnis is komen te staan.

2.De feiten

2.1.
Medio 2017 heeft [gedaagde] dressuurpaard [naam paard] [hierna te noemen: [naam paard] ] via een online advertentie te koop aangeboden. In de advertentie stond onder meer vermeld:
“ [naam paard] is geschikt als leerpaard als voltige paard. Of als sportpaard voor iemand die punten wil rijden op concours (…) Hij is met meerdere ruiters z2 geklasseerd zit nog veel meer in. (…)”.
2.2.
In of rond oktober 2017 heeft [eiseres] telefonisch contact opgenomen met [gedaagde] , welk contact zich nadien voortzette via de telefoon en whatsapp.
2.3.
Partijen spraken af dat [eiseres] op 18 oktober 2017 om 15.00 uur langs zou komen om naar [naam paard] te komen kijken. Dit vond plaats bij Automobielbedrijf [naam 1] B.V. te [vestigingsplaats] , waar [naam paard] was gestald. Contactpersoon daar was [naam 2] , dochter van de eigenaar van dat bedrijf.
2.4.
Op 28 oktober 2017 werd, na enig onderhandelen, een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot [naam paard] voor de prijs van € 7.000,--.
2.5.
In de schriftelijke koopovereenkomst is onder meer het volgende vermeld:
“2. Het is koper bekend dat het paard op 13-06-2017 röntgenologische gekeurd is door [naam 3] te [woonplaats 3] koper heeft de fotos laten beoordelen door haar eigen dierenarts, en hier uit blijkt dat het paard,
Op de Ro-opnames lijkt het alsof het hoefbeen niet helemaal parallel loopt aan de hoefwand, zijdelinkse opnames van het straalbeentje. Op de schuine opname van de sprong is sprake van wat extra botnieuwvorming in kader van spat. (Licht verhoogd risico).
Verder heeft het paard geen stal gebreken of ondeugden (…)
6. Koper verklaart het paard te hebben aanvaard in de conditie waarin het paard zich ten tijde van de levering bevindt. Verkoper biedt geen enkele garantie omtrent de ontwikkeling van het paard als sportpaard. Het risico hiervan komt geheel voor rekening van koper.
7. Verkoper verklaart dat het paard geschikt is voor het doel waarvoor het is aangeschaft, te weten sport en recreatie (…)”.
2.6.
Kort na het sluiten van de koopovereenkomst bemerkt [eiseres] dat [naam paard] door gebrek aan wedstrijdervaring niet te gebruiken is voor het doel waarvoor zij hem heeft gekocht, rijden in de Z2 klasse. Hij blijkt niet in staat een enkele M2 of Z1 oefeningen uit te voeren, hij sleept met zijn rechter achterbeen en kan niet naar rechts inbuigen.
2.7.
Op 8 december 2017 heeft [eiseres] de koopovereenkomst schriftelijke ontbonden en [gedaagde] in gebreke gesteld.
2.8.
[gedaagde] is niet bereid [naam paard] vrijwillig terug te nemen.
2.9.
In een schriftelijke verklaring van 28 februari 2018 van de door [eiseres] geconsulteerde dierenarts [naam 4] valt onder meer te lezen, dat hem bij onderzoek aan [naam paard] is gebleken dat het paard rechtsachter een minder bespierd kruis heeft, dat het paard in beweging rechtsachter een slepende beweging maakt en dat de correctiereflexen van het rechter achterbeen afwezig zijn, hetgeen volgens de dierenarts duidt op een aandoening van het zenuwstelsel.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Primair
1. Voor recht zal verklaren dat [naam paard] niet beantwoordt aan de koopovereenkomst en dat de
koopovereenkomst op 8 december 2017 door [eiseres] buitengerechtelijk is ontbonden,
althans dat de koopovereenkomst alsnog zal worden ontbonden;
2. [gedaagde] zal veroordelen om medewerking te verlenen aan de bijschrijving van [naam paard]
op zijn naam en hem zal veroordelen tot terugbetaling van € 7.000,-- binnen tien dagen na
dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat [gedaagde] in verzuim verkeerde aangaande de betaling van dit bedrag;
II. Subsidiair
1. Voor recht zal verklaren dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen door dwaling en
dat de koopovereenkomst op 16 januari 2018 door [eiseres] buitengerechtelijk is
vernietigd althans dat deze koopovereenkomst alsnog zal worden vernietigd;
2. [gedaagde] zal veroordelen om medewerking te verlenen aan bijschrijving van [naam paard] op
zijn naam en hem zal veroordelen tot terugbetaling van het aankoopbedrag van € 7.000,-- binnen tien dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente
vanaf de dag dat [gedaagde] in verzuim verkeerde aangaande de betaling van dit bedrag;
III. Meer subsidiair
1. Voor recht zal verklaren dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen door bedrog en dat deze koopovereenkomst op 16 januari 2018 door [eiseres] buitengerechtelijk is vernietigd, althans dat de koopovereenkomst alsnog zal worden vernietigd;
2. [gedaagde] zal veroordelen om medewerking te verlenen aan bijschrijving van [naam paard] op zijn naam en hem zal veroordelen tot terugbetaling van het aankoopbedrag van € 7.000,-- binnen tien dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag dat [gedaagde] in verzuim verkeerde aangaande de betaling van dit bedrag;
IV. Primair, subsidiair en meer subsidiair
1. [gedaagde] zal veroordelen aan [eiseres] een bedrag van € 3.018,62 aan schadevergoeding te betalen, vermeerderd met € 18,33 per kalenderdag vanaf 8 maart 2018, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, binnen tien dagen na dagtekening van het vonnis;
2. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 875,19;
3. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen tien dagen na dagtekening van het vonnis is betaald.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag.
De koopovereenkomst tussen partijen met betrekking tot het dressuurpaard [naam paard] moet worden gekwalificeerd als een consumentenkoop nu [gedaagde] een professionele verkoper is. Ook [naam 2] die als contactpersoon is opgetreden is als professionele verkoper te beschouwen.
[eiseres] is voorafgaand aan de verkoop van [naam paard] door middel van aantoonbare onwaarheden inzake zijn klasserings- en gezondheidseigenschappen op het verkeerde been gezet. [gedaagde] is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst, nu [naam paard] niet aan de overeenkomst beantwoordt. [gedaagde] is gehouden de door [eiseres] geleden schade te vergoeden, welke schade is opgelopen tot € 5.933,09. Deze schade is als volgt berekend:
- stallingskosten 132 dagen à € 18,33 € 2.419,56
- kosten paardentandarts € 145,00
- kosten van het scheren van [naam paard] € 60,00
- kilometervergoeding m.b.t. kreupelheidsonderzoek € 28,56
- kosten diergeneeskundig onderzoek
€ 365,50
Bij dagvaarding gevorderde schade € 3.018,62
- verdere stallingskosten 159 à € 18,33
€ 2.914,47
Schade ten tijde van de zitting (13-8-2018) € 5.933,09.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert – zakelijk samengevat – het volgende aan.
Er is geen sprake van een consumentenkoop. [gedaagde] is geen professionele verkoper. Ook mevrouw [naam 2] is geen professionele verkoper. Zij heeft als pensionstalhouder de verkopende eigenaar – [gedaagde] – geholpen bij het laten zien van [naam paard] . Ze heeft slechts een helpende hand geboden.
is in 2017 door [gedaagde] gekocht van [naam 5] . Hij heeft [naam paard] toen klinisch laten keuren op 29 maart 2017. De dierenarts achtte [naam paard] gezond. [naam 5] had [naam paard] zelf röntgenologisch laten keuren. Dat rapport is aan [gedaagde] gegeven. Even voordat [eiseres] het paard kocht, waren Engelsen in [naam paard] geïnteresseerd. Die potentiële Engelse kopers hebben [naam paard] aangeboden aan dierenarts [naam 3] . [naam paard] is door deze dierenarts op 13 juni 2017 voor de koper klinisch en röntgenologisch gekeurd. [naam 3] heeft zelf de foto’s gemaakt. [naam 3] heeft [naam paard] goedgekeurd met een bemerking op de voorbenen.
“Clinical and radiological acceptable. Keep an eye on the frontlegs regarding the little rotation”.[gedaagde] heeft voormeld rapport van 29 maart 2017 en de foto’s van [naam 3] aan [eiseres] toegestuurd. [eiseres] heeft de foto’s door haar eigen dierenarts drs. [naam 6] laten bekijken. [naam 6] kwam tot dezelfde bevindingen als [naam 3] . [eiseres] wist dus dat ze met de koop van [naam paard] een risico nam en dat heeft ze geaccepteerd. Bovendien is van belang dat [naam paard] voetstoots is geleverd.
[gedaagde] heeft geen onjuiste mededelingen aan [eiseres] gedaan in verband met de verkoop, althans de onjuiste mededelingen waren niet relevant voor de tot stand koming van de overeenkomst. [naam paard] was een Z1/Z2 gerechtigd paard met winstpunten, dat door twee ruiters in het Z2 is uitgebracht.
4.2.
De kantonrechter zal voor het overige bij de beoordeling, voor zover nodig, nader op de stellingen van partijen ingaan.

5.De beoordeling

5.1.
Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan, dat sprake is van een consumentenkoop. Onbetwist is door [gedaagde] aangevoerd dat hij scholier is, die af en toe wat helpt in de paardenwereld. Hij heeft geen website, geen stallen, geen handelsnaam en betaalt geen btw. Hij heeft slechts één paard in privé waarmee hij actief is in de sport. Het feit dat hij paarden in de subtop heeft gereden betekent nog niet dat [eiseres] er van uit mocht gaan dat [gedaagde] professioneel handelaar was. Ook is niet gebleken dat mevrouw [naam 2] een professionele verkoper is, die namens [gedaagde] als zodanig zou zijn opgetreden. Het feit dat [naam paard] bij het bedrijf van haar vader stond gestald leidt daar niet toe. [eiseres] heeft met [gedaagde] rechtstreeks onderhandeld en uit niets volgt dat [naam 2] zijn gevolmachtigde was.
Het vorenstaande betekent, dat het om een koop/verkoopovereenkomst gaat tussen twee niet bedrijfsmatige partijen. Het voorgaande acht de kantonrechter overigens niet van doorslaggevende betekenis voor de beoordeling van het geschil tussen partijen. Daartoe wordt als volgt overwogen.
5.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende komen vast te staan dat [gedaagde] tal van onjuiste mededelingen omtrent het dressuurpaard aan [eiseres] heeft gedaan.
[naam paard] zou proef 23, klasse Z1 hebben gelopen met een score van 227 punten (2 winstpunten), terwijl het paard geen enkel winstpunt had in de Z1 klasse en ook geen eerste is geworden;
[gedaagde] heeft ten onrechte aan [eiseres] verklaard, dat het paard Z2 klasse heeft en met meerdere ruiters met winst in die klasse heeft gelopen;
[gedaagde] heeft ten onrechte verklaard dat het paard met drie ruiters Z2 heeft gelopen;
[gedaagde] heeft ten onrechte verklaard dat 3 wedstrijdpunten met de huidige ruiter werden behaald;
[gedaagde] heeft ten onrechte verklaard dat het paard kringkampioen M2 is geweest, terwijl het niet in M2 is gestart;
Voorts heeft [gedaagde] verklaard – dit staat ook in de processtukken – dat hij in 2017 [naam paard] voor een bedrag van € 15.000,-- van mevr. [naam 5] heeft gekocht in plaats van het werkelijke bedrag ad € 12.500,--.
5.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter is hiermee voldoende komen vast te staan dat door [gedaagde] niet het paard is geleverd waartoe hij krachtens de koopovereenkomst gehouden was. Naar het oordeel van de kantonrechter was het voor [gedaagde] genoegzaam duidelijk dat een z2 klassering van essentieel belang was voor [eiseres] . Uit de overgelegde producties volgt ook dat [gedaagde] aanbood : “Hij is met meerdere ruiters z2 geklasseerd en zit nog veel meer in.” Ook uit de in het geding gebrachte whatsapp wisseling volgt dat het voor [eiseres] van essentieel belang is dat het paard z2 geklasseerd was. Zo heeft zij onder meer tegen [gedaagde] gezegd dat zij het motiverend vond om beter te gaan rijden nu zij zelf z1 klassering had en [naam paard] z2.
5.4.
Voormelde onjuiste mededelingen, zo nodig in samenhang beschouwd, leiden de kantonrechter tot de conclusie dat [eiseres] de koopovereenkomst terecht heeft ontbonden. [gedaagde] is toerekenbaar tekort geschoten in de uitvoering van de overeenkomst. [gedaagde] heeft zich nog beroepen op het feit dat in de koopovereenkomst het zogenaamde voetstoots beding is opgenomen : “ Verkoper biedt geen enkele garantie omtrent de ontwikkeling van het paard als sportpaard.” Gelet op de onjuiste mededelingen zijdens [gedaagde] kan hij zich in redelijkheid niet beroepen op het uitsluitingsbeding dat in de koopovereenkomst is opgenomen. Ook verwerpt de kantonrechter het verweer dat voormelde mededelingen niet de kern van de prestatie zouden raken. Daartoe is onvoldoende gesteld.
5.5.
Dit betekent dat er een verbintenis tot ongedaan making is ontstaan. [gedaagde] dient de koopsom terug te betalen, waartegenover [eiseres] het paard zal dienen terug te geven.
5.6.
Dan is aan de orde de vraag welke de omvang van de geleden schade is. De door [eiseres] gestelde schade is door [gedaagde] niet betwist en zal daarom geheel worden toegewezen.
5.7.
[gedaagde] dient als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld te worden. Daarbij wordt [gedaagde] ook veroordeeld tot betaling van € 100,-- aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiseres] worden gemaakt.
5.8.
Alle overige stellingen van partijen, waaronder die met betrekking tot de kreupelheid van het paard, zijn niet bepalend voor de beoordeling van het geschil en behoeven daarom geen bespreking meer.

6.De beslissing

De kantonrechter:
Verklaart voor recht dat [naam paard] niet beantwoordt aan de koopovereenkomst en dat de koopovereenkomst op 8 december 2017 door [eiseres] op goede gronden is ontbonden;
Veroordeelt [gedaagde] om medewerking te verlenen aan bijschrijving van [naam paard] op zijn naam en veroordeelt hem tot betaling van een bedrag groot € 7.000,00 binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 december 2017 tot aan de dag der voldoening;
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van een bedrag groot € 5.933,09 vermeerderd met € 18,33 per kalenderdag vanaf 13 augustus 2018 tot de dag van de teruggave van [naam paard] door [eiseres] aan [gedaagde] ;
Veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 875,19;
Veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
€ 99,91 voor de dagvaarding;
€ 226,00 voor het griffierecht en
€ 600,00 ter zake salaris gemachtigde,
en veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 100,-- aan nasalaris voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiseres] worden gemaakt,
welke kosten dienen te worden voldaan binnen 14 dagen na heden en voor het geval voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over voormeld bedrag vanaf 14 dagen na heden tot aan de dag der voldoening;
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.B. Rip, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van J.A.J. Kreijger, griffier.
De griffier De kantonrechter