In deze zaak heeft Claimingo B.V. een vordering ingesteld tegen British Airways Plc wegens compensatie en restitutie van ticketkosten na annulering van een vlucht. De vordering is ingesteld op 6 maart 2018, en de uitspraak vond plaats op 24 oktober 2018. De passagier had een vervoersovereenkomst met British Airways voor een vlucht van Amsterdam naar Londen op 30 juni 2017, die geannuleerd werd. British Airways bood een vervangende vlucht aan, maar de passagier weigerde deze omdat deze niet meer voldeed aan zijn reisplannen. Claimingo, die het vorderingsrecht van de passagier had overgenomen, vorderde compensatie van € 250,00 en restitutie van het resterende bedrag van het geannuleerde ticket, dat oorspronkelijk € 307,15 kostte. British Airways had al € 255,98 aan de passagier betaald, maar Claimingo stelde dat het resterende bedrag van € 51,17 ook verschuldigd was. De kantonrechter oordeelde dat British Airways het volledige bedrag van het ticket moest terugbetalen, ongeacht de interne prijsstelling, en dat de vordering tot restitutie van het resterende bedrag gegrond was. De kantonrechter wees de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten af, omdat Claimingo niet voldoende had aangetoond dat deze kosten gerechtvaardigd waren. Uiteindelijk werd British Airways veroordeeld tot betaling van € 301,17 aan Claimingo, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.