In deze zaak hebben de passagiers een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor de annulering van hun vlucht EZY7405 van London Southend naar Amsterdam op 29 december 2016. De passagiers zijn meer dan drie uur later op hun eindbestemming aangekomen en hebben compensatie gevorderd op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. Easyjet heeft de annulering van de vlucht betwist en aangevoerd dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slot delays en slechte weersomstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Easyjet niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Het weerrapport dat door Easyjet is overgelegd, was niet voorzien van een datum of tijden, waardoor de rechter niet kon vaststellen in hoeverre het weer de vlucht heeft beïnvloed. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de passagiers recht hebben op compensatie voor de vertraging, maar niet voor twee afzonderlijke annuleringen, aangezien het om één geplande vlucht ging. De passagiers hebben ook recht op vergoeding van redelijke verzorgingskosten, maar niet voor de kosten van de terugreis met Flixbus. Uiteindelijk heeft de kantonrechter Easyjet veroordeeld tot betaling van € 836,03 aan de passagiers, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten.