Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 november 2018 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
voor zover daarbij de aanvraag is afgewezen op grond van het standpunt dat de door eiser gemaakte kosten niet om budgettaire redenen niet op grond van een voorliggende voorziening worden vergoed”. De rechtbank heeft verweerder op grond van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart de bezwaren van eiser tegen het primaire besluit I ongegrond;
- verklaart de bezwaren van eiser tegen het primaire besluit II gegrond, herroept het primaire besluit II en bepaalt dat verweerder eiser bijzonder bijstand toekent ter hoogte van € 342,38;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.002,00.