Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 14 mei 2018;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 17 augustus 2018.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 12 september 2017 tot de datum van betaling van de kosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 12 september 2017 tot de datum van betaling van de kosten.
4.De beoordeling
the flight VY 3322 from Ibiza to Amsterdam on 12 September 2017 suffered a cancellation due to the Air Traffic Regulations (“ATC Regulations”) caused by French Strike, which led to a minimum service at the French airports”. Volgens Vueling heeft zij alle redelijke maatregelen genomen om de annulering van de vlucht te voorkomen. Volgens Vueling was het vliegen van een voor de hand liggende alternatieve vliegroute om Frankrijk heen niet mogelijk, afgezien van onvermijdelijke vertraging van de vlucht. Voorts voert Vueling aan dat op een later moment gedurende de staking vertrekken niet mogelijk was zonder dat dit tot een ernstige vertraging zou leiden, doordat de tweede stakingsactie niet veel later dan de geplande vertrektijd aanving en de staking nog zou voortduren tot de volgende nacht 04:00 uur.
gradual cancellation of strike measures”. Weliswaar zou het vliegen via een alternatieve route dan wel het vertrek op een later moment volgens Vueling tot een ernstige vertraging leiden, maar dit betekent niet dat de vlucht geannuleerd moest worden omdat er geen alternatieve opties waren om de vlucht alsnog uit te voeren. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat Vueling in de gegeven omstandigheden zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen niet heeft kunnen vermijden dat de staking tot annulering van de vlucht leidde. Gesteld noch gebleken is dat een dergelijke oplossing zou hebben geleid tot het brengen van onaanvaardbare offers in vorenbedoelde zin. Het beroep van Vueling op artikel 5 lid 3 van de Verordening slaagt daarom niet. Bij gebreke van verder verweer door Vueling tegen de gevorderde compensatie ad € 400,00, zal dit bedrag worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de gevorderde compensatie is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.