ECLI:NL:RBNHO:2019:10568

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
7649725 \ CV EXPL 19-4014
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na doorhaling van de zaak door de passagier tegen Transavia Airlines

In deze zaak heeft de passagier, vertegenwoordigd door ARAG Flight Claim Service, op 22 maart 2019 een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines C.V. De passagier heeft later, op 26 augustus 2019, verzocht om de zaak op de rol door te halen. Transavia heeft hierop gereageerd met een verzoek om een proceskostenveroordeling, dat op 25 september 2019 is ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier de vordering heeft ingetrokken en daarom verplicht is om de proceskosten van Transavia te vergoeden. De kantonrechter heeft de proceskosten begroot op € 72,00, gebaseerd op het tarief van € 72,00 per punt, en heeft ook nakosten toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door Transavia worden gemaakt. Het vonnis is uitgesproken op 18 december 2019 en is uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de passagier moet betalen voor de gemaakte proceskosten en dat de nakosten kunnen worden toegewezen indien deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7649725 \ CV EXPL 19-4014
Uitspraakdatum: 18 december 2019
Vonnis in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen de passagier
gemachtigde ARAG Flight Claim Service
tegen
De commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
gevestigd te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen Transavia
gemachtigde mr. M. Reevers

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 22 maart 2019 een vordering tegen Transavia ingesteld. Transavia heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft bij brief van 26 augustus 2019 verzocht om over te gaan tot doorhaling van de zaak op de rol. Transavia heeft vervolgens bij akte van 25 september 2019 om een proceskostenveroordeling verzocht.

2.De beoordeling

2.1.
Aangezien de passagier de vordering heeft ingetrokken is zij gehouden om de proceskosten van Transavia te vergoeden. Transavia verzoekt om minimaal een bedrag ter hoogte van € 108,00 (1,5 punt x tarief € 72,00) toe te wijzen, te vermeerderen met de nakosten.
2.2.
De kantonrechter overweegt als volgt. Transavia heeft in de onderhavige procedure schriftelijk geantwoord op de dagvaarding en een akte genomen ten aanzien van het verzoek tot doorhaling van de passagier. De kantonrechter ziet echter geen aanleiding om een halve punt toe te kennen voor de door Transavia genomen akte. De proceskosten van Transavia worden derhalve begroot op een bedrag van € 72,00 (1 punt × tarief € 72,00). De nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Transavia worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Transavia worden vastgesteld op een bedrag van € 72,00 aan salaris van de gemachtigde van Transavia;
3.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van € 36,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Transavia worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
3.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter