Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de verzetdagvaarding van 12 september 2019 met producties 1 tot en met 4 van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 30 oktober 2019, waarbij door beide partijen pleitaantekeningen zijn overgelegd.
2.De feiten
23-11-97
4. De status quo voor wat betreft het kosteloos door [eiseres] aan [echtgenoot van gedaagde] en diens echtgenote gegunde gebruik van de ligplaats van de woonboot, aangrenzend stukje grond en dubbele garage, partijen genoegzaam bekend, zoals omschreven in de akte van depot verleden ten overstaan van notaris Hofman te Zaandam op 19 december 2006, blijft gehandhaafd.”