In deze zaak hebben de passagiers, die met TAP Air Portugal een vervoersovereenkomst hadden gesloten, compensatie gevorderd vanwege een vertraging van hun vlucht van Amsterdam naar Recife via Lissabon op 5 juli 2018. De vlucht van Amsterdam naar Lissabon met vluchtnummer TP 663 was vertraagd, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht naar Brazilië misten en met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming aankwamen. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 1.200,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004.
TAP Air Portugal betwistte de vordering en stelde dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een gewijzigde 'Calculated Take Off Time' (CTOT) opgelegd door de luchtverkeersleiding vanwege capaciteitsrestricties. De kantonrechter oordeelde dat TAP voldoende aannemelijk had gemaakt dat de luchtverkeersleiding meerdere keren de CTOT had gewijzigd, wat een buitengewone omstandigheid opleverde. De rechter concludeerde dat TAP alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen en wees de vordering van de passagiers af. De proceskosten werden toegewezen aan de passagiers, die ongelijk kregen in deze procedure.