ECLI:NL:RBNHO:2019:10999

• Datum uitspraak: 30 oktober 2019
• Publicatiedatum: 30 januari 2020
• Zaaknummer: 7580815 CV EXPL 19-2867
• Instantie: Rechtbank Noord-Holland
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: J. Candido
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door bagageverwijdering en storing aan back-upsysteem

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een buitenlandse rechtspersoon gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft, statutair gevestigd in Keulen, Duitsland, wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De vordering is ingesteld op 18 januari 2019, naar aanleiding van een vertraging van vlucht LH999 op 27 augustus 2018, die de passagiers heeft doen missen van hun aansluitende vlucht naar Bangkok. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met Lufthansa en hebben hun vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat Lufthansa in beginsel verplicht om compensatie te betalen op grond van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Lufthansa heeft echter aangevoerd dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, waaronder een storing aan het back-upsysteem van de luchtverkeersleiding en het verwijderen van bagage van een ontbrekende passagier.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vertraging van 11 minuten door het verwijderen van de bagage kan worden aangemerkt als een buitengewone omstandigheid, maar dat de vertraging door de stroomstoring niet voldoende is aangetoond. Uiteindelijk heeft de kantonrechter Lufthansa veroordeeld tot betaling van € 1.200,00 aan Airhelp, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen, omdat Airhelp onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gemaakte kosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 7580815 CV EXPL 19-2867

Uitspraakdatum: 30 oktober 2019

Vonnis in de zaak van:

de buitenlandse rechtspersoon

Airhelp Limited

gevestigd te Hong Kong

eiser

hierna te noemen: Airhelp

gemachtigde: mr. D.E. Lof

tegen

de buitenlandse rechtspersoon

Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft

statutair gevestigd te Keulen, Duitsland

gedaagde

hierna te noemen: Lufthansa

gemachtigde: mr. E.C. Douma

1. Het procesverloop

1.1.

Airhelp heeft bij dagvaarding van 18 januari 2019 een vordering tegen Lufthansa ingesteld. Lufthansa heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Lufthansa een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2. De feiten

2.1.

[passagier 1] en [passagier 2] (hierna: de passagiers) hebben met Lufthansa een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Lufthansa de passagiers op 27 augustus 2018 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Frankfurt, Duitsland met vluchtnummer LH999 en van Frankfurt naar Bangkok, Thailand, met vluchtnummer LH772, hierna: de vlucht.

2.2.

Vlucht LH999 zou op 27 augustus 2018 om 19:45 lokale tijd vertrekken en om 20:50 uur lokale tijd in Frankfurt arriveren. Vlucht LH772 zou om 22:00 uur lokale tijd vertrekken en op 28 augustus 2018 om 14:10 uur lokale tijd in Bangkok arriveren.

2.3.

Vlucht LH999 is vertraagd uitgevoerd als gevolg waarvan de passagiers hun aansluitende vlucht naar Bangkok hebben gemist. De passagiers zijn omgeboekt naar vlucht TG921, welke volgens schema op 28 augustus 2018 om 14:45 uur lokale tijd zou vertrekken.

2.4.

De passagiers hebben hun vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.

2.5.

Airhelp heeft compensatie van Lufthansa gevorderd in verband met voornoemde vertraging.

2.6.

Lufthansa heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3. De vordering en het verweer

3.1.

Airhelp vordert dat Lufthansa bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.

3.2.

Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Lufthansa vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.

3.3.

Lufthansa heeft verweer gevoerd. Op het verweer van Lufthansa wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4. De beoordeling

4.1.

De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.

4.2.

Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn gearriveerd, zodat Lufthansa op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Lufthansa kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening en dat de vertraging, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet voorkomen had kunnen worden.

4.3.

Ten aanzien van het beroep van Lufthansa op (doorwerking) van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In de punt 15 van de considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek toestel op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.

4.4.

Lufthansa heeft in dat kader aangevoerd, dat de vertraging van de voorafgaande vlucht LH998, (deels) het gevolg is van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Zij voert aan dat de vlucht in kwestie LH999 onderdeel uitmaakt van de rotatie Frankfurt-Amsterdam-Frankfurt. Zowel vlucht LH998 als LH999 zijn met vertraging uitgevoerd in verband met een storing aan het back-up systeem bij de luchtverkeersleiding op Amsterdam-Schiphol op 27 augustus 2018 (hierna: de storing). Zij verwijst hiervoor naar het vluchtrapport van vlucht LH998 (productie 6 bij antwoord), waarin onder meer een (vertrek)vertraging van 11 minuten vanwege vertragingscode 85 (“
Mandatory security ”) en een (vertrek)vertraging van 82 minuten vanwege vertragingscode 83 (“
Air Traffic Flow Management due to restriction at destination airport” ) is vermeld. Vlucht LH998 is met een (aankomst)vertraging van 84 minuten uitgevoerd. Vlucht LH999 is als gevolg hiervan met een vertrekvertraging van 58 minuten vertrokken van Amsterdam-Schiphol en in plaats van om 20:50 uur lokale tijd om 21:40 uur lokale tijd in Frankfurt aangekomen (productie 9 bij antwoord). Vlucht LH772 is blijkens productie 10 bij antwoord om 22:07 uur lokale tijd vanuit Frankfurt vertrokken. De minimale overstaptijd in Frankfurt bedraagt 45 minuten. Nu de feitelijke overstaptijd 27 minuten bedroeg, konden de passagiers hun aansluitende vlucht niet halen en heeft Lufthansa de passagiers omgeboekt naar de eerstvolgende vlucht met voldoende plaats(en), aldus Lufthansa.

4.5.

Ten aanzien van de (vertrek)vertraging van 11 minuten wegens een beveiligingsprobleem, voert Lufthansa aan dat het niet is toegestaan om koffers te vervoeren van passagiers die niet aan boord zitten. Nadat de ingecheckte passagiers zich bij de gate hadden gemeld, bleek een passagier te ontbreken. Lufthansa heeft daarop besloten om de geladen ruimbagage van die passagier te verwijderen. Nadat Lufthansa met de bagageverwijdering was begonnen, ging de passagier toch aan boord en werd de bagageverwijdering gestaakt, aldus Lufthansa. Voor de tijd die gemoeid ging met de aanvang van het verwijderen van de bagage, doet Lufthansa een beroep op buitengewone omstandigheden.

4.6.

Het grootste gedeelte van de vertraging, namelijk 82 minuten, is volgens Lufthansa veroorzaakt door de storing op Schiphol op 27 augustus 2018, waardoor het vliegverkeer werd verstoord. Vlucht LH998 heeft in Frankfurt moeten wachten tot zij toestemming kreeg om naar Amsterdam-Schiphol te vliegen. Een storing op een luchthaven is niet bedrijfsinherent, aldus Lufthansa.

4.7.

Tot slot blijkt uit het vluchtrapport van vlucht LH998 dat 1 minuut vertraging is veroorzaakt door vertragingscode 93 en 2 minuten door vertragingscode 005.

4.8.

De kantonrechter overweegt dat ten aanzien van deze vertraging van 3 minuten (met vertragingscodes 93 en 005) onvoldoende is gebleken dat deze vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden. De kern van het geschil is dan ook de vraag of de bagageverwijdering en de stroomstoring op Amsterdam-Schiphol aangemerkt kunnen worden als buitengewone omstandigheden met als gevolg de vertraging van vlucht LH998 en (doorwerking daarvan op) vlucht LH999 en of de vertraging ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet voorkomen kon worden.

4.9.

Ten aanzien van de bagageverwijdering overweegt de kantonrechter als volgt. Anders dan Airhelp, is de kantonrechter van oordeel dat het ontbreken van een passagier, wat ertoe leidt dat de in het ruim geladen bagage uit het vliegtuig verwijderd moet worden, een onverwachts vliegveiligheidsprobleem oplevert. Er is derhalve geen sprake van een gebeurtenis die inherent is aan de normale bedrijfsvoering van een luchtvaartmaatschappij, zodat het verwijderen van bagage op zichzelf een buitengewone omstandigheid oplevert. De (vertrek)vertraging van 11 minuten als gevolg van het verwijderen van bagage kan worden aangemerkt als vertraging ontstaan door een buitengewone omstandigheid.

4.10.

De kantonrechter is voorts van oordeel dat Lufthansa voldoende heeft aangetoond dat er op 27 augustus 2018 een stroomstoring was op Amsterdam-Schiphol, hetgeen ook niet door de Airhelp wordt betwist. Echter blijkt uit de door Lufthansa overgelegde producties niet wanneer de stroomstoring precies was en hoe lang de storing heeft geduurd. Aldus is onvoldoende gebleken dat de vertraging van vlucht LH998 het directe gevolg is van de stroomstoring en is er geen sprake van een buitengewone omstandigheid.

4.11.

Uit het voorgaande blijkt dat slechts 11 minuten vertraging als gevolg van buitengewone omstandigheden kan worden aangemerkt. Ook als deze vertrekvertraging in zijn geheel zou hebben geleid tot een zelfde aankomstvertraging, dan hadden passagiers nog steeds 38 minuten overstaptijd (in plaats van 27 minuten) gehad om hun aansluitende vlucht te halen. Nu de minimale overstaptijd in Frankfurt 45 minuten bedraagt, hadden de passagiers hun aansluitende vlucht alsnog gemist. Lufthansa is op grond van het bovenstaande gehouden Airhelp te compenseren in verband met de vertraging van de vlucht en de betaling van de hoofdsom zal gelet op de duur van de vertraging worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.

4.12.

Airhelp heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Lufthansa heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. Airhelp heeft hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.

4.13.

De proceskosten komen voor rekening van Lufthansa omdat zij ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5. De beslissing

De kantonrechter:

5.1.

veroordeelt Lufthansa tot betaling aan Airhelp van € 1.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2018, tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;

5.2.

veroordeelt Lufthansa tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:

dagvaarding € 104,39;
griffierecht € 486,00;
salaris gemachtigde € 240,00;

5.3.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter