ECLI:NL:RBNHO:2019:11001

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 november 2019
Publicatiedatum
30 januari 2020
Zaaknummer
7490713 CV EXPL 19-878
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Luchtvaartcompensatie en toepasselijkheid van de Verordening (EG) nr. 261/2004 op aansluitende vluchten

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een buitenlandse rechtspersoon gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen China Southern Airlines Company Limited, statutair gevestigd in Guangzhou, China, wegens compensatie voor een gemiste aansluitende vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagier had een vervoersovereenkomst met China Southern voor een reeks van drie aansluitende vluchten van Amsterdam-Schiphol naar Auckland, met een tussenstop in Beijing en Guangzhou. De eerste vlucht had een vertraging van 4 minuten, wat leidde tot het missen van de aansluitende vlucht door de passagier. Airhelp vorderde een schadevergoeding van € 600,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

China Southern betwistte de vordering en stelde dat de Verordening niet van toepassing was, omdat de vlucht van een niet-Europese luchthaven was vertrokken en door een niet-Europese luchtvaartmaatschappij werd uitgevoerd. De kantonrechter oordeelde dat de Verordening wel degelijk van toepassing was, omdat de eerste vlucht van een Europese luchthaven vertrok. Echter, de rechter concludeerde dat niet was komen vast te staan dat het missen van de aansluitende vlucht het gevolg was van de vertraging van 4 minuten. De kantonrechter wees de vordering van Airhelp af en veroordeelde hen tot betaling van de proceskosten aan China Southern.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7490713 CV EXPL 19-878
Uitspraakdatum: 6 november 2019
Vonnis in de zaak van:
de buitenlandse rechtspersoon
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
China Southern Airlines Company Limited
statutair gevestigd te Guangzhou, China
gedaagde
hierna te noemen: China Southern
gemachtigde: R.H. Stokvis

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 11 december 2018 een vordering tegen China Southern ingesteld. China Southern heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna China Southern een schriftelijke reactie heeft gegeven. Airhelp heeft vervolgens nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
[De passagier] , hierna te noemen: de passagier, heeft met China Southern een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan China Southern de passagier op 28, 29 en 30 december 2017 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Beijing (China) met vluchtnummer CZ346, van Beijing naar Guangzhou (China) met vluchtnummer CZ3108 en van Guangzhou naar Auckland (Nieuw-Zeeland), met vluchtnummer CZ335, hierna: de vlucht.
2.2.
Vlucht CZ346 zou op 28 december 2017 om 14.40 uur lokale tijd vertrekken vanaf Amsterdam-Schiphol en op 29 december 2017 om 6.55 uur lokale tijd arriveren in Beijing. Vlucht CZ3108 zou op 29 december 2017 om 8.30 uur lokale tijd vertrekken en om 11.45 uur lokale tijd arriveren in Guangzhou. Vlucht CZ335 zou om 14.30 uur lokale tijd vertrekken uit Guangzhou en op 30 december 2017 om 7.00 uur lokale tijd in Auckland arriveren.
2.3.
Vlucht CZ3108 heeft vertraging opgelopen. De passagier heeft haar aansluitende vlucht gemist en is omgeboekt naar vlucht CZ305.
2.4.
De passagier heeft haar vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp. Airhelp heeft compensatie van China Southern gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
China Southern heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat China Southern bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat China Southern vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
China Southern betwist de vordering. Nu vlucht CZ3108 van een niet-Europese luchthaven is vertrokken en ook door een niet-Europese luchtvaartmaatschappij is uitgevoerd, betwist China Southern de toepasselijkheid van de Verordening op onderhavige kwestie.
4.2.
China Southern voert voorts aan dat vlucht CZ3108 gepland stond te vertrekken om 8.30 uur lokale tijd en om 11.45 uur lokale tijd zou aankomen in Guangzhou. Het toestel is om 8.45 uur lokale tijd opgestegen en om 11.49 uur lokale tijd te Guangzhou aan de gate gearriveerd. Vlucht CZ3108 is volgens China Southern volgens schema uitgevoerd.
4.3.
China Southern betwist voorts buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
China Southern heeft als verweer aangevoerd dat de Verordening niet op onderhavige kwestie van toepassing is, nu vlucht CZ3108 van een niet-Europese luchthaven vertrokken is en door een niet-Europese luchtvaartmaatschappij werd uitgevoerd. Airhelp stelt dat de Verordening wel degelijk van toepassing is op onderhavige vlucht, nu de voorafgaande vlucht, vlucht CZ346, is vertrokken vanaf Amsterdam-Schiphol. Amsterdam-Schiphol is een Europese luchthaven, waardoor vlucht CZ3108 onder de regeling valt, aldus Airhelp.
5.3.
De kantonrechter begrijpt dat China Southern meent dat er sprake is van drie separate vluchten in plaats van rechtstreeks aansluitende vluchten, nu zij aanvoert dat een niet-Europese luchthaven de luchthaven van vertrek is, waarmee zij kennelijk de luchthaven van Beijing bedoelt. De kantonrechter volgt deze stelling van China Southern niet. Het volgende is daarvoor redengevend. In het Folkerts-arrest heeft het Hof geoordeeld dat voor de toepassing van de in artikel 7 van de Verordening voorziene forfaitaire compensatie, in geval van een vlucht met rechtstreekse aansluitingen enkel de vertraging van belang is die is vastgesteld ten opzichte van de oorspronkelijk geplande aankomsttijd op de eindbestemming, omdat het ongemak bij vertraagde vluchten zich voordoet op die eindbestemming (r.o. 33 en 35).
5.4.
In het Folkerts-arrest spreekt het Hof van ‘een vlucht met rechtstreekse aansluitingen’ en van ‘de bestemming van de laatste vlucht’. Hierdoor kan niet anders worden geoordeeld dan dat het Hof is uitgegaan van meerdere vluchten met één eindbestemming en derhalve niet van meerdere separate vluchten die ieder een eigen eindbestemming hebben. Nu de passagier één boeking had voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol via Beijing en Guangzhou naar Auckland, is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van drie rechtstreeks aansluitende vluchten. De luchthaven van de vertrek van de eerste vlucht was Amsterdam-Schiphol. De passagier is derhalve ingevolge artikel 3 lid 1 van de Verordening vertrokken van een Europese luchthaven, waardoor de Verordening op de onderhavige kwestie van toepassing is.
5.5.
Ten aanzien van de door Airhelp gestelde vertraging het volgende. China Southern heeft aangevoerd dat vlucht CZ3108 met een aankomstvertraging van 4 minuten is uitgevoerd, hetgeen door Airhelp niet wordt betwist. Airhelp stelt dat de passagier zijn aansluitende vlucht gemist heeft door deze vertraging. De passagier had, nu vlucht CZ3108 om 11.49 uur lokale tijd aan de gate was gearriveerd en de aansluitende vlucht CZ335 om 14.30 uur zou vertrekken, een daadwerkelijke overstaptijd van 2 uur en 41 minuten. China Southern voert aan dat de minimale overstaptijd op de luchthaven van Guangzhou 100 minuten bedraagt, hetgeen door Airhelp wordt betwist. De passagier had een overstaptijd van 2 uur en 45 minuten ingepland. Gesteld noch gebleken is dat de passagier zich in het tijdsbestek van 2 uur en 41 minuten niet tijdig bij de gate voor de aansluitende vlucht had kunnen melden. Dit aspect kan echter buiten beschouwing worden gelaten. Van de passagier mag immers worden verwacht dat hij hoe dan ook, en zeker met een vertraging van slechts 4 minuten, zijn aansluiting probeert te halen en zich zo snel mogelijk naar de betreffende gate begeeft om zich te melden.
4.6.
Uit het voorgaande volgt dat niet vast is komen te staan dat het missen van de aansluitende vlucht door de passagier een gevolg is van de (aankomst)vertraging van 4 minuten van vlucht CZ3108. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal dan ook als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt.
5.7.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door China Southern worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor China Southern worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van China Southern;
6.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling van € 60,00 aan nakosten, voor zover China Southern daadwerkelijk nakosten zal maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter