ECLI:NL:RBNHO:2019:11009

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 december 2019
Publicatiedatum
30 januari 2020
Zaaknummer
7580376 CV EXPL 19-2842
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vertraging van vlucht door opgelegde CTOT's en compensatieplicht luchtvaartmaatschappij

In deze zaak heeft de buitenlandse rechtspersoon Airhelp Limited, gevestigd te Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines Aktiengesellschaft, statutair gevestigd te Wenen, Oostenrijk, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vertraging van 56 minuten was het gevolg van opgelegde 'Calculated Take-off Times' (CTOT's), die door de luchtverkeersleiding waren vastgesteld. De passagier had een vervoersovereenkomst met Austrian voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Wenen en aansluitend naar Sarajevo. Door de vertraging van de eerste vlucht miste de passagier haar aansluitende vlucht. Airhelp vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die luchtvaartmaatschappijen verplicht om compensatie te bieden bij langdurige vertragingen, tenzij zij kunnen aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden.

Austrian betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk de opgelegde CTOT's, die zij niet kon voorkomen. De kantonrechter oordeelde dat de vertraging inderdaad het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat Austrian voldoende maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken. De rechter concludeerde dat de vordering van Airhelp moest worden afgewezen, omdat niet kon worden aangetoond dat de passagier sneller naar haar eindbestemming had kunnen worden vervoerd. De proceskosten werden toegewezen aan Airhelp, die ongelijk kreeg in de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7580376 CV EXPL 19-2842
Uitspraakdatum: 24 december 2019
Vonnis in de zaak van:
de buitenlandse rechtspersoon
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof, mr. E.J. Hoekstra
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Austrian Airlines Aktiengesellschaft
statutair gevestigd te Wenen, Oostenrijk
gedaagde
hierna te noemen: Austrian
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 18 januari 2019 een vordering tegen Austrian ingesteld. Austrian heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian een schriftelijke reactie heeft gegeven. Airhelp heeft nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
[De passagier] , hierna te noemen: de passagier, heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian de passagier op 16 juli 2018 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Wenen, Oostenrijk, met vluchtnummer: OS374 en van Wenen naar Sarajevo, Bosnië-Herzegovina, met vluchtnummer OS759.
2.2.
Volgens de overeenkomst zou vlucht OS374 om 17.45 uur lokale tijd vertrekken van Amsterdam-Schiphol en om 19.40 uur lokale tijd aankomen in Wenen. Vlucht OS759 zou om 20.20 uur lokale tijd vertrekken uit Wenen en om 21.30 uur lokale tijd arriveren in Sarajevo.
2.3.
Vlucht OS374, hierna: de vlucht, is vertraagd uitgevoerd, waardoor de passagier haar aansluitende vlucht heeft gemist.
2.4.
De passagier heeft haar vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.
2.5.
Airhelp heeft compensatie van Austrian gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.6.
Austrian heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Austrian bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Austrian vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
Austrian betwist de vordering. Zij voert aan dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die Austrian ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon voorkomen. Vlucht OS374 maakt onderdeel uit van de rotatie Wenen – Amsterdam – Wenen met vluchtnummers OS373/OS374. Zowel de voorafgaande vlucht als de vlucht in kwestie zijn vertraagd uitgevoerd als gevolg van besluiten van de luchtverkeersleiding. De voorafgaande vlucht (OS373) kreeg van Eurocontrol een nieuwe “Calculated Take-off Time” (hierna: CTOT) opgelegd, waarna het toestel om 16.05 uur lokale tijd, 60 minuten later dan gepland, is vertrokken. De reden voor de vertraging van de vlucht OS373 wordt aangeduid met de vertragingscodes 81 (
ATFM due to ATC EN ROUTE DEMAND/CAPACITY) en 93 (
AIRCRAFT ROTATION). Vlucht OS373 is uiteindelijk met een vertraging van 51 minuten om 17:51 uur lokale tijd in Wenen aangekomen. Vlucht OS374 is blijkens het vluchtrapport (productie 2 bij antwoord) vertraagd uitgevoerd. De late binnenkomst van de voorafgaande vlucht (vertragingscode 93) heeft 46 minuten veroorzaakt en 14 minuten vertraging is veroorzaakt door een beperkende instructie van de luchtverkeersleiding op de luchthaven van vertrek (vertragingscode 89). De vlucht is om 20.38 uur lokale tijd aangekomen in Wenen. Austrian heeft alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging te beperken, aldus Austrian.
4.2.
Austrian betwist voorts buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Onbetwist is dat de passagier op 17 juli 2018, een dag later dan de oorspronkelijke vlucht, met de vluchten JP285 en JP700 naar Sarajevo is vervoerd. Vast staat derhalve dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op haar eindbestemming, zodat Austrian op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Op grond van artikel 5 lid 3 van de Verordening is Austrian niet verplicht de passagier te compenseren zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening indien zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
5.3.
Austrian heeft aangevoerd dat de vertraging van vlucht OS374 het gevolg is van (doorwerking) van buitengewone omstandigheden. Zowel de voorafgaande vlucht (OS373) als de vlucht in kwestie (OS374) kregen CTOT(s) opgelegd. Een CTOT is een besluit van de luchtverkeersleiding, aldus Austrian. Airhelp betwist dat er sprake was van buitengewone omstandigheden en stelt dat een buitengewone omstandigheid die zich voordeed op de vlucht die voorafging aan de voorgaande vlucht niet kan doorwerken op de onderhavige vlucht. Voorts betwist Airhelp de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de vluchtrapporten.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat een CTOT die door de luchtverkeersleiding wordt opgelegd wegens weersomstandigheden en/of capaciteitsproblemen buitengewone omstandigheden kunnen vormen. Daarbij is van belang dat de luchtvaartmaatschappij bij het opleggen van een CTOT niet de mogelijkheid heeft om zelf te beslissen dat het betreffende vliegtuig eerder vertrekt. Ter onderbouwing van haar verweer heeft Austrian bij antwoord de vluchtrapporten en bij dupliek de slot history van de voorgaande vlucht (OS373) en de vlucht in kwestie (OS374) overgelegd en toegelicht. Ten aanzien van vlucht OS373 is gesteld noch gebleken dat de vertrekvertraging van 18 minuten wegens de late binnenkomst van de daaraan voorafgaande vlucht is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden. Uit de overgelegde stukken begrijpt de kantonrechter dat de CTOT meerdere malen is gewijzigd wegens vertragingscode 81, welke code staat voor “
Air Traffic Flow Management due to Air Traffic Control en-route”. Hierdoor is 42 minuten vertraging ontstaan. De kantonrechter oordeelt dat buitengewone omstandigheden die zich op de voorgaande vlucht hebben voorgedaan, in beginsel kunnen doorwerken op de onderhavige vlucht. Austrian heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat van de vertraging van 60 minuten op de voorgaande vlucht (OS373) 42 minuten is veroorzaakt door de opgelegde CTOT’s, waarop Austrian geen invloed heeft gehad. Deze buitengewone omstandigheden werken door op de onderhavige vlucht.
5.5.
Ten aanzien van de vlucht in kwestie overweegt de kantonrechter dat dit eveneens geldt voor de CTOT opgelegd om 17:48 uur lokale tijd, waarbij het slot werd gewijzigd van 18:15 uur lokale tijd in 18:44 uur lokale tijd. Gezien het voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat 56 minuten vertraging (42 minuten vanwege CTOT’s op de voorgaande vlucht en 14 minuten vanwege de CTOT op de onderhavige vlucht ) is ontstaan als gevolg van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden.
5.6.
Austrian dient voorts nog aan te tonen dat zij de vertraging die door de buitengewone omstandigheden is ontstaan ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon voorkomen. In het arrest van het Hof van 12 mei 2011 (Eglitis/Latvijas C-294/10) is voor recht verklaard dat een luchtvaartmaatschappij gehouden is om in het stadium van de planning van de vlucht redelijkerwijs rekening te houden met het risico op vertraging die het gevolg kan zijn van eventuele buitengewone omstandigheden. Het Hof heeft daarbij aangegeven dat een luchtvaartmaatschappij in een bepaalde reservetijd dient te voorzien om de vlucht na afloop van de buitengewone omstandigheden zo mogelijk volledig te kunnen uitvoeren. Naar het oordeel van de kantonrechter betekent “volledige uitvoering van de vlucht” in dit geval de volledige uitvoering van de vlucht van Amsterdam naar Sarajevo (de eindbestemming). Austrian diende derhalve tussen de aansluitende vluchten over een buffer te beschikken om de vertraging ten gevolge van buitengewone omstandigheden op te kunnen vangen. Partijen twisten over de vraag welke buffer tussen de beide vluchten voldoende zou zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter kan dit in het midden blijven. Vast staat dat de (doorwerking van) buitengewone omstandigheden heeft geleid tot een vertraging van circa 60 minuten. Naar het oordeel van de kantonrechter kon van Austrian niet worden gevergd een reservetijd aan te houden om een vertraging ten gevolge van buitengewone omstandigheden van circa 60 minuten op te kunnen vangen. Daarbij heeft Austrian toegelicht dat zij de passagier naar het eerst mogelijke alternatief, waarop een plaats beschikbaar was, heeft omgeboekt. Airhelp stelt dat er snellere alternatieven waren. Echter, Airhelp heeft niet aangetoond dat op deze vluchten nog plaats was, zodat niet vast is komen te staan dat de passagier sneller naar zijn eindbestemming vervoerd had kunnen worden. Austrian heeft dan ook in voldoende mate voldaan aan haar verplichting tot het treffen van alle redelijke maatregelen om vertraging te voorkomen. Dat betekent dat de vordering van Airhelp zal worden afgewezen.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Austrian worden vastgesteld op een bedrag van € 72,00 aan salaris van de gemachtigde van Austrian.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter