Op 25 juni 2020 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door verzoekers tegen mr. S.K.A. Efstratiades, de rechter in verschillende belastingzaken. Het verzoek tot wraking was ingediend op 13 juni 2020 en was gericht tegen de rechter die betrokken was bij de hoofdzaken met diverse zaaknummers. Verzoekers voerden aan dat de rechter de schijn van vooringenomenheid had gewekt door hun verzoek om uitstel van de mondelinge behandeling af te wijzen en niet te reageren op hun schriftelijke verzoeken. De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekers beoordeeld en vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief konden rechtvaardigen. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De beslissing van de rechter om het uitstelverzoek af te wijzen werd gekwalificeerd als een procesbeslissing die niet ter beoordeling door de wrakingskamer stond. Bovendien werd het wrakingsverzoek als misbruik van procesrecht bestempeld, gezien de grote hoeveelheid aanhoudingsverzoeken van verzoekers die leidden tot onaanvaardbare vertraging van de procedures. De rechtbank besloot dat verdere verzoeken tot wraking in de hoofdzaken niet meer in behandeling zouden worden genomen.