ECLI:NL:RBNHO:2019:11468
Rechtbank Noord-Holland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Nadere vaststelling voorschot deskundigenonderzoek in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 6 maart 2019 een tussenuitspraak gedaan door de kantonrechter. De zaak betreft een verzoek om nadere vaststelling van het voorschot voor een deskundigenonderzoek. In een eerder vonnis van 8 augustus 2018 was al een deskundigenbericht gelast, waarbij de heer ing. A. de Beer en de heer drs. A.J. Steenbergen als deskundigen waren benoemd. De kantonrechter had destijds bepaald dat de eiser, [eiser], een voorschot van € 8.712,00 diende te betalen. Echter, de deskundigen gaven aan dat het onderzoek meer tijd in beslag nam dan verwacht, waardoor zij een verhoging van het voorschot vroegen naar € 16.613,30 inclusief btw.
De raadsman van de gedaagde, Expro North Sea Limited, gaf aan geen bezwaar te hebben tegen de verhoging, maar vond de kosten hoog. De raadsman van de eiser meldde echter dat [eiser] de verhoging niet kon betalen en vroeg om de beslissing over de aanvullende kosten uit te stellen tot het eindvonnis. De kantonrechter oordeelde dat het redelijk was om het verhoogde voorschot bij de eiser in rekening te brengen, ondanks zijn betalingsonmacht. De deskundigen moesten wel verantwoording afleggen over hun gewerkte uren.
In de beslissing werd het voorschot vastgesteld op het door de deskundigen begrote bedrag van € 16.613,30. Tevens werd bepaald dat [eiser] een aanvullend bedrag van € 7.901,30 in depot moest storten vóór de rolzitting van 27 maart 2019. De griffier werd opgedragen om de deskundigen in kennis te stellen van de betaling, zodat hun werkzaamheden konden worden voortgezet. De kantonrechter hield verdere beslissingen aan.