Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De vordering
Q-Park tot driemaal toe de parkeergarage verlaten en wel op 13 november 2017 om 11.01 uur, 24 november 2017 om 11.18 uur en op 25 november 2017 om 13.01 uur. [gedaagde] heeft al bumper-klevend achter een voorganger via de openstaande slagboom van de uitritterminal van Q-Park de parkeergarage verlaten zonder te betalen. [gedaagde] heeft zich schuldig gemaakt aan het zogenoemde “treintje-rijden”. Op grond van deze toerekenbare tekortkoming subsidiair op grond van onrechtmatig handelen jegens Q-Park, dient [gedaagde] de door Q-Park geleden schade te vergoeden. [gedaagde] is op grond van artikel 5.9, 6.3 en 6.5. van de toepasselijke algemene voorwaarden van Q-Park gehouden om de aanvullende schade van
€ 300,00 per keer alsmede het geldende tarief van een verloren kaart te betalen. De schade bestaat uit onder andere geleden omzetderving, gemaakte kosten, uitgevoerde werkzaamheden, reeds gedane en toekomstige investeringen, ingeschakelde derden en ter preventie.