In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De eiser verzocht om wijziging van zijn huwelijksgegevens in de basisregistratie personen (BRP), omdat hij stelde dat de geregistreerde huwelijksdatum van 8 november 2005 onjuist was. Eiser beweerde dat op deze datum slechts een loze belofte was gedaan en dat het huwelijk pas rechtsgeldig was op 10 november 2007, zoals bevestigd in een document van de Egyptische autoriteiten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college van burgemeester en wethouders het verzoek tot wijziging van de huwelijksgegevens had geweigerd, omdat de geregistreerde datum was gebaseerd op een huwelijksakte die door een bevoegde autoriteit was opgemaakt. De rechtbank oordeelde dat de weigering van het college voldoende was gemotiveerd en dat er geen overtuigende brondocumenten waren overgelegd door eiser die de registratie van de huwelijksdatum konden weerleggen.
De rechtbank concludeerde dat de beslissing van het college niet in strijd was met de Nederlandse openbare orde en dat de registratie in de BRP op basis van de huwelijksakte correct was. Eiser had niet aangetoond dat de geregistreerde huwelijksdatum onjuist was en het beroep werd ongegrond verklaard. De rechtbank wees erop dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep kon worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.