Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
tenzijde tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Het tijdelijk in gebruik geven van de woning aan de familie [betrokkene 2] kan onder de genoemde omstandigheden op zichzelf een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleveren. Op basis van de in het geding gebrachte stukken is echter onvoldoende aannemelijk dat dit (enkele) feit in een bodemprocedure zwaar genoeg weegt tegenover de belangen van [gedaagde] bij behoud van de woning, dat dit de ontbinding van de huurovereenkomst en daarmee de ontruiming van de woning rechtvaardigt. De kantonrechter is van oordeel dat het feit dat [gedaagde] het gehuurde tijdelijk in gebruik heeft gegeven aan derden om die reden onvoldoende grondslag biedt voor toewijzing van de gevorderde ontruiming in kort geding, mede gelet op het feit dat deze derden thans niet meer in het gehuurde verblijven en van het tegendeel onvoldoende is gebleken. De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Ymere zal afwijzen.