Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing /
deskundigenonderzoek
in de zaak van
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te Hoorn, hierna te noemen [minderjarige] .
[de moeder] , hierna te noemen de moeder,
[de vader] , hierna te noemen de vader,
Het procesverloop
- [vertegenwoordigster GI] , vertegenwoordigster van de GI,
De feiten
Het verzoek
Het standpunt van belanghebbenden
De beoordeling
ouders daadwerkelijk iets doen met de feedbackpunten die gegeven worden. Ouders hebben tijdens deze evaluatie ook aangegeven dankbaar te zijn voor deze feedback. Echter hebben wij als organisatie gezien dat op momenten waarbij de planning anders blijkt te lopen dan ouders hebben voorbereid, dit bij ouders voor onrust zorgt en zij hierdoor moeite hebben om dit te herpakken of te wijzigen. Daarnaast hebben wij uitgesproken dat wij benieuwd zijn of ouders de opvoedingsvaardigheden, die aansluiten bij de verschillende ontwikkelingsfasen van [minderjarige] , tijdig kunnen aanleren en toepassen.”
- Beschikken de ouders over voldoende pedagogische vaardigheden om toe te kunnen werken naar een thuisplaatsing van [minderjarige] en sluiten deze vaardigheden aan bij hetgeen [minderjarige] , gelet op zijn persoon en zijn ontwikkeling , nu en in de toekomst nodig heeft?
- Indien de ouders nu niet over voldoende pedagogische vaardigheden beschikken om toe te werken naar een thuisplaatsing van [minderjarige] , kunnen zij deze vaardigheden dan ontwikkelen en, zo ja, welke hulpverlening is daarvoor nodig en welke termijn is daarmee gemoeid?
- Zijn er (contra-)indicaties voor thuisplaatsing van [minderjarige] bij de ouders? Zo ja, welke zijn dat?
- In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar die wel van belang zijn voor de te nemen beslissing?
begin juli 2019in afwachting van de resultaten van het NIFP-onderzoek.
De beslissing
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , tot 11 juli 2019;
meervoudige kamer op een nader te bepalen zittingsdatum
begin juli 2019;
verzoeker, de
belanghebbendenwaaronder de
pleegoudersvan de minderjarige, de
ouders, mr. S.J. van der
Aart, tijdig zal oproepen voor een komende zitting;
binnen twee weken na de dagtekening van deze beschikkinguit te laten of zij akkoord gaan met de door de rechtbank gekozene instantie, te weten het NIFP, alsmede aan de deskundige te stellen vragen als hiervoor genoemd in rechtsoverweging 5.9.
Amsterdam