In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen KLM Cityhopper B.V. (KLC) wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht van Amsterdam naar Venetië op 11 januari 2017. De vlucht, met vluchtnummer KL1655, was gepland om 13:10 UTC, maar werd geannuleerd. Airhelp vorderde een bedrag van € 290,00, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen en vertragingen. KLC betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht verhinderden. De kantonrechter oordeelde echter dat KLC niet voldoende had aangetoond dat de annulering daadwerkelijk het gevolg was van deze omstandigheden. De rechter stelde vast dat er nog een startbaan beschikbaar was en dat er ondanks de slechte weersomstandigheden nog vliegverkeer mogelijk was. KLC had niet aangetoond dat zij, gelet op de duur en mate van de restricties, geen andere keuze had dan de vlucht te annuleren. De kantonrechter wees de vordering van Airhelp toe en veroordeelde KLC tot betaling van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. Daarnaast werden de proceskosten aan de zijde van Airhelp toegewezen.