ECLI:NL:RBNHO:2019:2408
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling wegens ontbreken van vereiste verklaring
Op 12 maart 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot schuldsaneringsregeling. De schuldenares had op 6 december 2018 een verzoekschrift ingediend, bijgestaan door haar civiel bewindvoerder en een andere betrokken persoon, om in aanmerking te komen voor de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 15 februari 2019 werd het verzoek besproken. De rechtbank oordeelde dat zij bevoegd was om de procedure te openen, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenares in Nederland ligt.
De rechtbank stelde vast dat de schuldenares niet had voldaan aan de vereisten van artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet, dat vereist dat in het verzoekschrift een met redenen omklede verklaring wordt opgenomen dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke schuldregeling. De verklaring die door de bewindvoerder was opgesteld, gaf aan dat het minnelijk traject niet was doorlopen, omdat de gemeente niet bereid of in staat was om dit traject te faciliteren. De rechtbank erkende dat de schuldenares hierdoor mogelijk benadeeld werd door falende gemeentelijke instanties, maar benadrukte dat het niet aan de rechtbank was om dit tekortschieten te repareren, omdat dit in strijd zou zijn met de wet.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de schuldenares niet ontvankelijk in haar verzoek, wat betekent dat het verzoek niet verder in behandeling werd genomen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.