ECLI:NL:RBNHO:2019:2768

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 april 2019
Publicatiedatum
3 april 2019
Zaaknummer
C/15/280557 / FA RK 18-5940
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige afstandbaby door echtelieden

Op 3 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven betreffende de adoptie van een minderjarige afstandbaby. De verzoekers, een echtpaar, hebben op 16 oktober 2018 een verzoekschrift ingediend voor de adoptie van de minderjarige, die op [geboortedatum] in [plaats] is geboren. De minderjarige is sinds 1 september 2017 in het gezin van de verzoekers geplaatst. De moeder van de minderjarige is opgeroepen maar is niet verschenen en heeft het verzoek niet tegengesproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische ouders van de minderjarige afstand hebben gedaan van het ouderlijk gezag en dat de minderjarige in een liefdevol en stabiel gezin kan opgroeien. De rechtbank heeft geoordeeld dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan, zoals genoemd in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook zijn goedkeuring gegeven voor de adoptie. Daarnaast is het verzoek tot wijziging van de voornaam van de minderjarige toegewezen, evenals de wijziging van de geslachtsnaam. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de wijziging van de voornaam en geslachtsnaam gelast, met de instructie aan de griffier om een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Zaak-/rekestnr.: C/15/280557 / FA RK 18-5940
beschikking van 3 april 2019 betreffende adoptie
gegeven op het verzoek van:
[verzoeker]
geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
en
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
echtelieden,
beiden wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: verzoekers,
advocaat: mr. G.O. Perquin, kantoorhoudende te Zoetermeer.

1.Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekers, ingekomen op 16 oktober 2018;
  • de brief, met bijlagen, van de advocaat van verzoekers, ingekomen op 9 november 2018;
  • het mailbericht van de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de Raad) ingekomen op 29 november 2018.
1.2
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 21 maart 2019 in aanwezigheid van verzoekers bijgestaan door mr. G.O. Perquin. [de moeder] is niet verschenen. De minderjarige [minderjarige] was ook bij de zitting aanwezig.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
De minderjarige [minderjarige] is op [geboortedatum] in [plaats] geboren als dochter van [de moeder] (verder: de moeder).
2.2
Deze rechtbank, locatie Alkmaar, heeft bij beschikking van 29 mei 2017 de moeder geschorst in de uitoefening van het ouderlijk gezag over de minderjarige voor de duur van drie maanden. Daarbij is de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers te Alkmaar belast met de voorlopige voogdij.
2.3
Bij beschikking van deze rechtbank, locatie Alkmaar, van 3 november 2017 is het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige beëindigd en is benoemd tot voogd: de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, gevestigd te Alkmaar.
2.4
Deze rechtbank, locatie Alkmaar, heeft bij beschikking van 8 augustus 2018 de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers te Alkmaar ontslagen van de uitoefening van de voogdij over de minderjarige, waarbij tevens met ingang van 8 augustus 2018 verzoekers gezamenlijk zijn benoemd tot voogden over de minderjarige.
2.5
Verzoekers zijn op [huwelijksdatum] in [plaats] met elkaar gehuwd.
2.6
De minderjarige verblijft sinds 1 september 2017 in het gezin van verzoekers.
2.7
De minderjarige is het eerste kind tot wie verzoekers in familierechtelijke betrekking komen te staan.

3.Verzoek

3.1
Verzoekers hebben verzocht:
a. de adoptie uit te spreken door hen van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] ;
b. na de adoptie de geslachtsnaam van de minderjarige te wijzigen in: [geslachtsnaam] ;
c. de voornaam van de minderjarige te wijzigen in: [voornaam] .

4.Beoordeling

4.1
De moeder is opgeroepen via het FIOM, [adres] . De moeder is niet verschenen en heeft het verzoek niet tegengesproken.
4.2
De rechtbank heeft op grond van de overgelegde stukken en van de behandeling ter terechtzitting de overtuiging dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is. De moeder en de biologische vader zagen destijds geen mogelijkheid om zelf de zorg te dragen voor de minderjarige en besloten om afstand te doen en hebben daarbij uitdrukkelijk de wens uitgesproken dan de minderjarige in een liefdevol en stabiel gezin terecht komt waar zij kan opgroeien. Vast is komen te staan dat de minderjarige thans en naar voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien niets meer van de moeder in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Nu ook overigens aan de in artikel 1:227 BW genoemde gronden en aan de in artikel 1:228 BW genoemde voorwaarden voor adoptie is voldaan, zal het verzoek worden toegewezen. Hierbij heeft de rechtbank voorts in aanmerking genomen dat de Raad heeft aangegeven akkoord te zijn met het verzoek tot adoptie.
4.3
Het verzoek tot wijziging van de voornaam van de minderjarige is geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 BW. Het verzoek zal daarom worden toegewezen, nu er voldoende zwaarwegend belang is bij inwilliging daarvan.
4.4
Verzoekers hebben er voor gekozen dat de minderjarige de geslachtsnaam [geslachtsnaam] zal dragen.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het vrouwelijk geslacht:
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
door verzoekers voornoemd;
5.2
gelast de wijziging van de voornaam van de minderjarige zodat de voornamen thans
komen te luiden: [voornamen] ;
5.3
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2019.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.