Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten en omstandigheden
3.Verzoek
4.Verweer
5.Beoordeling
6.Beslissing:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] ;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 april 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. Y.A.R. Seen, heeft verzocht om vaststelling van het vaderschap van de man, die de minderjarige niet heeft erkend. De man, bijgestaan door mr. S.S.H. Orsel, heeft het verzoek betwist en stelt dat hij niet de verwekker is, ondanks dat DNA-onderzoek heeft aangetoond dat hij de biologische vader is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, op basis van het DNA-onderzoek, vermoedelijk de verwekker is. De bijzondere curator heeft het belang van de minderjarige benadrukt en gepleit voor een goed DNA-onderzoek om de biologische afstamming vast te stellen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van de moeder gegrond is en heeft de kosten van het DNA-onderzoek gelijkelijk verdeeld tussen de partijen. De rechtbank heeft de man als verwekker van de minderjarige vastgesteld en benadrukt dat het in het belang van de minderjarige is dat hij weet wie zijn vader is. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.