ECLI:NL:RBNHO:2019:2821

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 april 2019
Publicatiedatum
4 april 2019
Zaaknummer
7370814 \ EJ VERZ 18-240
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot handlichting van een minderjarige voor het uitoefenen van een onderneming

In deze zaak heeft Emile Justin Vos, een zeventienjarige minderjarige, een verzoek tot handlichting ingediend op basis van artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek is op 23 november 2018 ingekomen bij de griffie. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2019 heeft de kantonrechter Vos geïnformeerd dat toestemming van zijn vader noodzakelijk was voor de toewijzing van het verzoek. Op 15 maart 2019 heeft de vader van Vos per brief aangegeven zich niet te verzetten tegen het verzoek, voor zover dit betrekking heeft op het zelfstandig verrichten van rechtshandelingen in het kader van zijn onderneming 'Foxiko'. Vos heeft de handlichting aangevraagd om samen met zijn broer een bedrijf te starten dat zich richt op online transacties, het exploiteren van een internetwinkel, softwareontwikkeling en webhosting.

De kantonrechter heeft overwogen dat Vos de leeftijd van zeventien jaar heeft bereikt en dat beide ouders instemmen met het verzoek. Gezien de omstandigheden en de wetgeving, is de kantonrechter van oordeel dat het verzoek kan worden toegewezen. De kantonrechter wijst op de beperking van de handlichting, zoals vermeld in artikel 1:235 BW, dat de minderjarige niet bekwaam wordt tot het beschikken over registergoederen en effecten.

Daarnaast heeft de kantonrechter de publicatieplicht besproken. De beschikking moet volgens artikel 1:237 BW bekendgemaakt worden in de Staatscourant en in twee dagbladen. Echter, gezien de huidige digitale mogelijkheden en de effectiviteit van publicatie op de website van de Rechtspraak, heeft de kantonrechter besloten dat publicatie in de Staatscourant niet nodig is. De beschikking zal enkel op www.rechtspraak.nl gepubliceerd worden, wat volgens de kantonrechter een breder bereik heeft dan de traditionele publicatie in dagbladen. De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van Vos toe te wijzen en de handlichting te verlenen, zodat hij de benodigde rechtshandelingen kan verrichten voor zijn onderneming.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 7370814 \ EJ VERZ 18-240
Uitspraakdatum: 3 april 2019
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
Emile Justin Vos
wonende te Hoofddorp
verzoekende partij
verder te noemen: Vos
procederende in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Vos heeft een verzoek tot handlichting ex artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek
(BW) gedaan, ingekomen ter griffie op 23 november 2018.
1.2.
Op 13 maart 2019 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarvan zijn aantekeningen gemaakt welke zich in het dossier bevinden. Ter zitting heeft de kantonrechter Vos laten weten dat voor toewijzing van het verzoek tot handlichting toestemming van zijn vader nodig is.
1.3.
Op 15 maart 2019 heeft de vader van Vos per brief laten weten dat hij zich niet verzet tegen het verzoek om handlichting, voor zover dit betrekking heeft op het zelfstandig rechtshandelingen verrichten uit hoofde van zijn onderneming ‘Foxiko’.
1.4.
Ten slotte is de datum voor de beschikking op heden bepaald.

2.Het verzoek

2.1.
Vos wenst de bevoegdheden te verwerven van een meerderjarige. De reden hiervoor is dat Vos het voornemen heeft samen met zijn broer een bedrijf uit te oefenen. Het betreft een bedrijf dat onder meer ziet op: het verwerken van online transacties, het exploiteren van een internetwinkel in computers en computercomponenten, het ontwikkelen en uitgeven van software, gegevensverwerking en webhosting en aanverwante activiteiten.
2.2.
Beide ouders van Vos hebben ingestemd met het verzoek.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter overweegt dat Vos inmiddels de leeftijd van zeventien jaar heeft bereikt en dat zijn ouders instemmen met het verzoek. Gelet op het verzoek, hetgeen ter zitting is besproken, en artikel 1:235 BW is de kantonrechter van oordeel dat het verzoek kan worden toegewezen. De kantonrechter wijst op het bepaalde in het derde lid van artikel 1:235 BW, waarin is bepaald dat de minderjarige door de handlichting niet bekwaam wordt tot het beschikken over registergoederen, effecten of door hypotheek gedekte vorderingen.
3.2.
Met betrekking tot de publicatieplicht wordt het volgende overwogen. In artikel 1:237 BW is bepaald dat de beschikking waarbij de handlichting is verleend bekend moet worden gemaakt in de Staatscourant en in twee in de beschikking aan te wijzen dagbladen. De bedoeling van de wetgever daarbij is geweest dat op die manier zo veel mogelijk personen kennis kunnen nemen van de handlichting. Door de komst van het – voor een ieder toegankelijke – internet, is deze wijze van publicatie naar het oordeel van de kantonrechter min of meer achterhaald. Niet alleen bestaat er sinds een aantal jaren geen papieren versie meer van de Staatscourant en is deze alleen nog via het internet te raadplegen, ook beschikt de Rechtspraak thans over een eigen website (www.rechtspraak.nl) waar de rechterlijke instanties hun uitspraken op kunnen publiceren. Publicatie van de handlichting op www.rechtspraak.nl is naar het oordeel van de kantonrechter even effectief als publicatie op de website van de Staatscourant. Voorts brengt publicatie op www.rechtspraak.nl (door de griffier), anders dan bij publicatie in de (digitale) Staatscourant, geen kosten met zich mee. Op grond van een en ander zal de kantonrechter dan ook bepalen dat publicatie in de Staatscourant achterwege kan blijven en dat de (door de griffier te initiëren) publicatie op www.rechtspraak.nl daarvoor in de plaats komt. Voorts heeft publicatie van de handlichting op het internet naar het oordeel van de kantonrechter in de praktijk een veel ruimer bereik dan de wetgever bij de totstandkoming van de wet voor ogen had. Er is dan ook geen redelijk belang mee gediend om naast publicatie op het internet de handlichting ook nog eens in twee dagbladen bekend te maken, met alle kosten van dien. Daarnaast heeft Vos ter zitting te kennen gegeven dat hij er nu tegen aan loopt dat bedrijven geen zaken willen doen omdat hij nog minderjarig is en daarom zijn handelingen nog terug gedraaid kunnen worden. Vos kan dit ondervangen door deze bedrijven te verwijzen naar de publicatie van de beschikking op www.rechtspraak.nl. Om die redenen zal de kantonrechter beslissen dat de verleende handlichting niet bekend gemaakt hoeft te worden in twee (of één) dagbladen. Volstaan wordt met de publicatie op www.rechtspraak.nl.
3.3.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Vos zal toewijzen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verleent Vos handlichting tot het verrichten van alle rechtshandeling die nodig zijn om zijn bedrijf uit te oefenen, zoals het aangaan van overeenkomsten, het verrichten van betalingen, het oprichten van een of meerdere besloten vennootschappen en het storten van geld in deze vennootschappen;
4.2.
bepaalt dat de handlichting door de griffier zal worden gepubliceerd op de www.rechtspraak.nl;
4.3.
verklaart deze beschikking ten aanzien van het onder 4.1. bepaalde uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.