ECLI:NL:RBNHO:2019:2976

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 april 2019
Publicatiedatum
8 april 2019
Zaaknummer
6488462 \ CV EXPL 17-10606
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen American Airlines wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met American Airlines voor een vlucht van Amsterdam naar Philadelphia en vervolgens naar Cancun op 7 november 2015. De eerste vlucht, AA799, had een vertraging van 1 uur en 21 minuten, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht naar Cancun misten. Ze arriveerden uiteindelijk meer dan drie uur later dan gepland in Cancun en vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. American Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat er sprake was van buitengewone omstandigheden, namelijk sterke tegenwind veroorzaakt door een storm, waardoor de gezagvoerder besloot een tussenlanding te maken in Albany, New York.

De kantonrechter oordeelde dat American Airlines voldoende had aangetoond dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter stelde vast dat de gezagvoerder bevoegd was om maatregelen te nemen ter waarborging van de vliegveiligheid en dat de beslissing om uit te wijken naar Albany niet onredelijk was. De passagiers konden niet aantonen dat de weersomstandigheden niet als buitengewoon konden worden aangemerkt. Daarom werd de vordering van de passagiers afgewezen en werden zij veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van de bevoegdheid van de gezagvoerder in situaties van onvoorziene omstandigheden en de bescherming van de veiligheid van passagiers boven punctualiteit.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6488462 \ CV EXPL 17-10606
Uitspraakdatum: 10 april 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]beiden wonende te [woonplaats]
eiseressen
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. H. Yildiz
tegen
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
American Airlines. Inc.
gevestigd te Wilmington, Delaware (Verenigde Staten van Amerika)
gedaagde
hierna te noemen American Airlines
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 30 oktober 2017 een vordering tegen American Airlines ingesteld. American Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna American Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met American Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan American Airlines de passagiers op 7 november 2015 diende te vervoeren van Amsterdam naar Philadelphia (Verenigde Staten) met vlucht AA799 en vervolgens van Philadelphia naar Cancun (Mexico) met vlucht AA810.
2.2.
Vlucht AA799 had als geplande vertrektijd 13:00 uur (lokale tijd) en geplande aankomsttijd 16:00 uur (lokale tijd). Deze vlucht AA799 is met een vertraging van 1 uur en 21 minuten uitgevoerd, waardoor de passagiers de aansluitende vlucht naar Cancun hebben gemist.
2.3.
De passagiers zijn omgeboekt op een andere vlucht en zijn met een vertraging van
meer dan drie uur ten opzichte van de oorspronkelijk geplande aankomsttijd in Cancun aangekomen.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van American Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
American Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat American Airlines bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 november 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat American Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door American Airlines van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
American Airlines betwist de vordering. Zij voert aan dat zij geen compensatie is verschuldigd, omdat zich buitengewone omstandigheden hebben voorgedaan en zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. American Airlines voert aan dat het toestel tijdens de vlucht met sterke tegenwind te maken kreeg en hierdoor veel meer brandstof verbruikte. De sterkte tegenwind werd volgens American Airliens veroorzaakt door een storm genaamd “Abigail” boven de Atlantische oceaan. Volgens American Airlines heeft de gezagvoerder omwille van de vliegveiligheid besloten een extra stop te maken op de luchthaven Albany in de staat New York, Verenigde Staten. Ter onderbouwing hiervan heeft American Airlines een vluchtrapport overgelegd, waarin staat vermeld “
high winds enroute”.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming te Cancun, zodat American Airlines op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien American Airlines kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Ten aanzien van het beroep van American Airlines op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In punt 14 van de considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich met name kunnen voordoen in geval van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.
5.4.
De passagiers hebben betwist dat sprake was van slechte weersomstandigheden. Op grond van de zeer summiere meldingen kan volgens de passagiers niet achterhaald worden wat de aard van de slechte weersomstangheden dan waren en in welk gebied het weer slecht was en waaruit het gevaar bestond. Indien er onvoldoende reservebrandstof was, dan is dat volgens de passagiers aan American Airlines te wijten.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft American Airlines met het door haar overgelegde vluchtrapport summier, maar voldoende onderbouwd dat sprake was van sterke tegenwind op de route van vlucht AA799. De passagiers hebben in dit verband gewezen op een vonnis van deze rechtbank van 15 februari 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:1272 met betrekking tot dezelfde vlucht als de onderhavige. In dit vonnis is overwogen dat American Airlines in duidelijke bewoordingen en deugdelijk onderbouwd met bijvoorbeeld METAR-rapporten en een verklaring van de plaatselijke luchtverkeersleiding uiteen had moeten zetten dat de weersomstandigheden van dien aard waren dat zij moest uitwijken naar Albany. Deze overweging kan de passagiers in dit geval echter niet baten, omdat American Airlines in de onderhavige zaak heeft toegelicht dat van weersomstandigheden op de trans-Atlantische route geen METAR worden opgemaakt en dat er ook geen lokale luchtverkeersleiding is die een verklaring kan afgeven. De passagiers hebben dit niet betwist. Voorts wordt in aanmerking genomen dat American Airlines - anders dan in de zaak die tot voormeld vonnis heeft geleid - in de onderhavige zaak niet heeft aangevoerd dat de directe aanleiding van de tussenstop in Albany in de weersomstandigheden zelf was gelegen.
5.6.
Volgens American Airlines verbruikte het toestel ten gevolge van de sterke wind veel meer brandstof. De passagiers hebben dit niet betwist. Vervolgens heeft de gezagvoerder besloten omwille van de vliegveiligheid besloten een tussenstop te maken op Albany. Ook dit hebben de passagiers niet weersproken. Zij hebben weliswaar gesteld dat de gezagvoerder bij het opstellen van het vluchtplan rekening moet houden met de weersomstandigheden onderweg en op basis van die verwachtingen de mee te nemen hoeveelheid brandstof moet inschatten, maar dat gaat niet op voor
onverwachtesterke tegenwind zoals hier aan de orde.
5.7.
De kantonrechter overweegt voorts dat de gezagvoerder bevoegd is die maatregelen te treffen die hij nodig acht om de vliegveiligheid te waarborgen of ter verzekering van de orde en discipline aan boord van het vliegtuig. Het besluit van de gezagvoerder om uit te wijken dient zij daarom terughoudend en marginaal te toetsen. Het mag niet zo zijn dat luchtvaartmaatschappijen ertoe worden gebracht om voorrang te geven aan de handhaving en punctualiteit van hun vluchten boven de nagestreefde veiligheid van hun passagiers (arrest van het Hof van 4 mei 2017, Pešková en Peška C-315/15).
5.8.
American Airlines heeft aangevoerd dat er in de onderhavige kwestie voldoende brandstof aan boord was. Dat de gezagvoerder desondanks heeft besloten vanwege de vliegveiligheid uit te wijken naar Albany, leidt er niet per definitie toe dat moet worden aangenomen dat het toestel voor de onderhavige vlucht over onvoldoende (reserve)brandstof beschikte. Daarnaast ziet de kantonrechter onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de gezagvoerder niet in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen, noch dat de beslissing van de gezagvoerder is genomen door omstandigheden die in de invloed- en risicosfeer van American Airlines lagen en door haar hadden kunnen worden voorkomen.
5.9.
Gelet op het voorgaande slaagt het beroep van American Airlines op buitengewone omstandigheden. De vordering van de passagiers zal daarom worden afgewezen.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door American Airlines worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor American Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van American Airlines;
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 60,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door American Airlines worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter