Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Van een opzegging met wederzijds goedvinden is ook geen sprake aangezien van een schriftelijke beëindigingsovereenkomst niet is gebleken.
6.De beslissing
- € 2.500,00 bruto per maand, te vermeerderen met de vakantietoeslag vanaf 1 februari 2019 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd,
te vermeerderen met de wettelijke rente over de hiervoor bedoelde bedragen vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van de gehele betaling;
-de wettelijke verhoging met een maximum van 50% en de wettelijke rente over die verhoging vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift, te weten 1 maart 2019;