In deze zaak heeft [eiser] een vordering ingesteld tegen Gentlemen Security B.V. voor het betalen van achterstallig loon, nadat hij werkzaamheden had verricht als beveiliger. Gentlemen Security heeft de vordering betwist en een incident in vrijwaring ingesteld tegen [onderbewindgestelde], die niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Gentlemen Security niet hoofdelijk aansprakelijk is voor het loon van [eiser], omdat er onvoldoende bewijs is geleverd voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en [onderbewindgestelde]. De kantonrechter oordeelt dat [eiser] niet heeft aangetoond dat hij op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam was voor [onderbewindgestelde]. Bovendien heeft Gentlemen Security voldoende inspanningen geleverd om betaling van het loon te bewerkstelligen, waardoor het beroep op niet-verwijtbaarheid slaagt. De vordering van [eiser] wordt afgewezen, evenals de vordering in vrijwaring van Gentlemen Security. De proceskosten komen voor rekening van [eiser] en Gentlemen Security, respectievelijk vastgesteld op € 600,00 en nihil. Het vonnis is uitgesproken door mr. W. Aardenburg op 3 april 2019.