In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Transportes Aereos Portugueses S.A. (TAP) wegens compensatie voor vertraging van luchtvaartpassagiers. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met TAP voor een vlucht van Terceira naar Lissabon en aansluitend naar Amsterdam op 29 juli 2017. Door een vertraging van 49 minuten bij de eerste vlucht misten zij hun aansluitende vlucht, waardoor zij uiteindelijk 5 uur en 50 minuten later dan gepland in Amsterdam arriveerden. Airhelp vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die rechten van luchtreizigers regelt.
TAP betwistte de vordering en voerde aan dat Airhelp niet bevoegd was om de vordering in te dienen, omdat er geen geldige cessie had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde echter dat aan de vereisten voor een geldige cessie was voldaan, aangezien de cessie ter kennis van TAP was gebracht. De rechter stelde vast dat TAP geen beroep had gedaan op buitengewone omstandigheden die de vertraging zouden rechtvaardigen, en dat de passagiers recht hadden op compensatie van € 400,00 per passagier.
De kantonrechter heeft de vordering van Airhelp toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf de datum van de vertraging. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat Airhelp niet voldoende had aangetoond dat deze kosten waren gemaakt. De proceskosten werden toegewezen aan Airhelp, omdat TAP grotendeels ongelijk kreeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.