In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 april 2019 een mondelinge uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde], handelend onder de naam BLUE ICT. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.P. Klokkers, heeft verzocht om persoonsgegevens van medewerkers van [gedaagde] om hen te kunnen oproepen voor een voorlopig getuigenverhoor in het kader van een hoger beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij het verstrekken van deze gegevens, aangezien de eiseres deze informatie nodig heeft om haar procespositie te versterken in het hoger beroep dat zij heeft ingesteld tegen een eerder vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de privacy van de medewerkers niet zwaarder weegt dan het belang van de eiseres om over de gevraagde gegevens te beschikken. De vordering is toegewezen, en [gedaagde] is veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de gevraagde persoonsgegevens te verstrekken aan de advocaat van eiseres. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval [gedaagde] niet aan deze verplichting voldoet. De proceskosten zijn eveneens aan [gedaagde] opgelegd, die als de in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt.