In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen de commanditaire vennootschap Transavia Airlines C.V. wegens compensatie voor een verstoorde vlucht. De vordering is ingesteld op 21 februari 2018, waarbij Airhelp stelt dat de passagiers, die op 9 januari 2017 van Amsterdam-Schiphol naar Alicante zouden vliegen, recht hebben op compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Transavia heeft de vordering betwist en aangevoerd dat Airhelp niet-ontvankelijk is, omdat de claim onvoldoende gemotiveerd zou zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de dagvaarding als summier beoordeeld. Airhelp heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar claim, en de kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering tot betaling van compensatie moet worden afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van Airhelp, die ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken op 27 maart 2019.